36 De verhalen van Gemma en Suzanne
De hele nacht ben ik in touw. Ik bel mijn man Roel, hij staat met de kinderen op en brengt ze naar school. Om acht uur 's ochtends ben ik voor de tweede keer bij Suzanne. Haar weeën zijn nu veel sterker dan de afgelopen nacht en haar vliezen zijn inmiddels vanzelf gebroken. Toch heeft ze nog maar één centimeter ontsluiting. Ze heeft erg veel pijn en is doodmoe. Er staat een ronkende graafmachine voor de deur die de straat aan het openbreken is. Dat stoort haar enorm. In overleg besluit ik dat we naar het ziekenhuis gaan. In het ziekenhuis wordt de pijn nog ondraaglijker. De ligging van het hoofdje is ongunstig. Ze moet even slapen en uitrusten alvorens ze weer verder kan. Samen met de gynaecoloog besluiten we dat een ruggenprik nu echt op zijn plaats is. Dan kan ze even bijkomen.
Ondertussen belt Gemma. Zij heeft de hele nacht weeën gehad en vraagt of ik langskom om te kijken hoever het is. Bij aankomst heeft zij al acht centimeter! Ik bel meteen de kraamverzorgster om me te assisteren. Er valt overigens niet veel te doen. Alles regelt zich hier vanzelf. Gemma en haar man zijn volledig op elkaar ingespeeld en ik zit in een hoekje de krant te lezen, terwijl zij samen de laatste centimeters ‘wegwerken’. Ik smeer een boterham en geniet van de situatie. De kraamverzorgster is nog maar net binnen als de haartjes van de baby in de diepte zichtbaar worden. Gemma zit op handen en knieën terwijl ze met haar