1 Passie voor het vak
Sinds mensenheugenis is er in elke cultuur altijd een groep vrouwen (en soms ook mannen) geweest die zich sterk aangetrokken voelt tot het begeleiden van vrouwen tijdens de zwangerschap en de bevalling. Deze aantrekkingskracht voel je bijna aan den lijve, als bij een roeping. De jonge vrouwen die erdoor worden geraakt, zijn vaak heel vastberaden. Ze willen maar één ding en niets anders: vroedvrouw worden! Sinds 1978 mogen ook mannen vroedvrouw worden en is de officiële naam veranderd in ‘verloskundige’. Daarom zal ik in dit boek voornamelijk het woord ‘verloskundige’ gebruiken.
Als je voor dit vak kiest, dan weet je dat je kiest voor een zware opleiding en een fysiek zwaar beroep. Je weet dat je nachtrust gedurende je gehele beroepsleven vaak verstoord zal worden. Je trotseert dat omdat je het ondanks alles wil, omdat je daarnaast de magie wilt meemaken. Je voelt je aangetrokken tot de mysterieuze oerkracht van de vrouwelijke natuur en de voortplanting. Het is dezelfde kracht als die van een storm die plotseling opsteekt, de oerkracht van een aardverschuiving, een vulkaanuitbarsting of die van een fikse vrijpartij. Een bevalling is adembenemend. De ouders zijn tijdens de bevalling volledig zichzelf, want alle façades vallen weg. Tijdens het bevallingsproces ontstaat er een onderlinge intimiteit die woordeloos en veelzeggend is. Meer dan in welk beroep dan ook kom je als verloskundige in aanraking met zowel de praktische en triviale kanten van het leven, alsook met het onzegbare, met de onuitsprekelijk mooie kant, met het grote raadsel