Van Pascha tot Noah. Deel 3: Koning David-spelen - Noah

[p. 609]

Register C (titels)

De titels van literair-historische studies en artikelen zijn, aan het slot van dit register, in een afzonderlijke lijst opgenomen.

Adam in ballingschap (Vondel) 319; 324 noot 1; 346; 352; 353; 354; 358; 361; 362; 372; 374; 380; 418; 419; 422; 425; 428; 429; 430; 431; 436; 440; 446; 447 noot 5; 472 noot 1; 477 noot 1; 501; 507; 509; 510; 511; 518; 520; 521; 522; 527; 528; 533; 534; 544; 546; 547; 551; 560; 563; 566; 588.

adamus exul (Grotius) 347; 352; 353; 354; 361; 371; 372; 374; 375; 376; 377; 378; 388 noot 1; 404 noot 1; 407 noot 1; 415 noot 1; 417 noot 1; 418 noot 1; 419; 430; 589.

adonias (Vondel) 54 noot 2; 102; 175 noot 2; 204 noot 1; 205; 208; 210; 216; 217; 218; 220; 222; 223; 224; 225; 227; 230; 231; 232; 234; 239; 240; 244 noot 1; 258 noot 2; 267; 268; 269; 273; 274; 275; 279; 280; 281; 319; 345; 509; 588.

aeneïs (Vergilius) 118 noot 1; 238; 277; 278; 299 noot 1.

afbeeldingen van 't stadthuys van amsterdam (Jacob Vennecool) 282; 283.

annales ecclesiastici veteris testamenti (Salianus) 32 noot 1; 60 noot 3; 112 noot 5; 113 noot 2; 115 noot 2; 117 noot 1; 118 noot 1; 119 noot 1, 3; 121 noot 2; 124 noot 1, 2; 131 noot 1; 133 noot 1; 138 noot 3; 139 noot 1; 145 noot 1; 158 noot 2; 170 noot 3, 4; 171 noot 1, 4; 172 noot 1, 3; 208 noot 1; 210 noot 1; 211 noot 1, 2; 214 noot 1; 216 noot 2; 349 noot 2; 350; 351 noot 2; 357 noot 2; 364 noot 2; 365 noot 1; 369 noot 1; 375 noot 2; 376 noot 1; 377 noot 1, 2; 379 noot 1; 388 noot 1; 389 noot 1; 398 noot 2; 416 noot 1; 507; 508 noot 1, 2, 3; 511 noot 2, 3, 4; 513 noot 1; 515 noot 2; 516 noot 2; 517 noot 1; 518 noot 1; 519 noot 1, 2, 3; 523 noot 1; 524 noot 1, 2; 526 noot 1, 2; 529 noot 1; 539 noot 1.

antiquitates judaicae (Flavius Josephus) 17 noot 2; 112 noot 3; 126 noot 1; 171 noot 3; 512 noot 2; 513 noot 1.

aran en titus (J. Vos) 591; 593.

asia of naukeurige beschrijvinge van het rijk des grooten mogols (O. Dapper) 454.

[p. 610]

atlas, grooten, oft werelt-beschryving (Blaeu's) 453.

atlas sinensis (Martinius) 453; 460.

Baeto (Hooft) 238; 240 noot 1; 591.

batavorum cum romanis bellum (Tempesta) 237.

berecht (Jeptha) (Vondel) 43.

berecht betreffende den staet van den eersten mensche enz. (Vondel) 348; 349; 350; 351; 364; 385 noot 2; 413 noot 2.

beschrijving der spreekende perzoonen ... gevoegd by j.v. vondels faëton of roekelooze stoutheid (G. Bidloo) 325.

bespiegelingen van godt en godtsdienst (Vondel) 233; 280 noot 1; 513 noot 1.

bucolica (Vergilius) 382 noot 1.

‘Caedmonian’, the, genesis 367 noot 1; 405 noot 1.

china monumentis qua sacris qua profanis ... Illustrata (A. Kircher) 453; 455.

commentarium in pentateuchum (Marius) 524 noot 2.

De amissione gratiae, et statu peccati (Bellarminus) 351 noot 1.

de antiquitate reipublicae batavicae (Hugo de Groot) 236.

de bello gallico (Caesar) 67 noot 1.

de bello tartarico historia (Martinius) 452; 455 noot 3; 456; 458; 459 noot 4; 460; 461; 462; 464 noot 1; 472 noot 2; 476 noot 1; 484 noot 1; 487 noot 1; 488 noot 1, 2; 490 noot 1.

de gratia generi humano in primo parente collocata (Bellarminus) 349.

de helia et jejunio (Ambrosius) 348 noot 2.

de imitatione (Vossius) 585; 586 noot 2.

de tragoediae constitutione (Heinsius) 96 noot 1.

discours de l'utilité et des parties du poème dramatique; discours de la tragédie et des moyens de la traiter selon le vraisemblable ou le nécessaire; discours des trois unités d'action, de jour, et de lieu (Corneille) 155 noot 4.

disputationum roberti bellarmini tomus quartus. Zie onder de gratia generi humano enz; de amissione gratiae enz.

divisiekroniek 196 noot 1.

Ecloga i (Vergilius) 382 noot 1.

ecloga iv (Vergilius) 428.

elektra (Vondel) 448; 590.

epistula dedicatoria (Commelinus) 442; 443; 445.

euripides feniciaensche of gebroeders van thebe (Vondel) 14 noot 3; 434; 571; 572; 573 noot 5; 574; 575; 577; 578; 579; 581; 585; 586; 588.

explicatio, brevis, sensus literalis totius s. scripturae ex optimis quibusque auctoribus per epitomen-collecta (Menochius) 32 noot 1.

Faëton (Vondel) 54 noot 2; 225; 234; 283; 284; 285; 286; 307; 310; 312; 313; 314; 316; 317 noot 1; 319; 320; 325; 329; 330; 331; 333; 334; 335; 337; 338; 339; 343; 344; 345; 386 noot 4; 503; 509; 588.

[p. 611]

feniciaensche (Vondel). Zie onder euripides feniciaensche.

Gebroeders (Vondel) 217; 245 noot 1; 258 noot 2; 590.

gebroeders, batavische (Vondel) 222; 233; 234; 236; 240 noot 1; 266; 268; 269; 270; 273; 274; 275; 276; 277; 278; 279; 280; 281; 282; 284; 285; 307; 319; 320; 344; 345; 459; 493; 495; 503; 509; 588; 590.

geeraerdt van velzen (Hooft) 223; 591.

germania inferior (Petrus Kaerius) 240 noot 2; 257 noot 2.

gezandtschap, het, der neerlandtsche oost-indische compagnie, aen den grooten tartarischen cham, den tegenwoordigen keizer van china (Nieuhof) 454; 455; 456; 457 noot 3, 4, 5; 458 noot 1, 4; 459; 460; 462; 464 noot 1; 465; 472 noot 2; 476 noot 1; 484 noot 1; 487 noot 1; 488 noot 1, 2; 490 noot 1;

gysbreght van aemstel (Vondel) 72 noot 2; 234; 447; 466; 475 noot 1; 482; 501; 536 noot 1; 590; 594.

Hecuba, de, amsteldamsche (Vondel) 260 noot 1.

heerlyckheit, de, der kercke (Vondel) 233; 280 noot 1.

heerlyckheyd, de, van salomon (Vondel) 10 noot 1; 395 noot 2.

hekuba (Ἑϰαβη) (Erasmus) 443.

hercules furens (Seneca) 582.

hercules oetaeus (Seneca) 582; 585.

herkules in trachin (Vondel) 434 noot 1; 571; 572; 575; 581; 582 noot 1; 585; 586; 588.

herscheppinge, publius ovidius nazoos (Vondel) 283; 284; 285; 286 noot 1; 291 noot 1; 293 noot 1; 301 noot 1; 305 noot 1; 313; 314; 315; 329; 330; 333.

hierusalem verwoest (Vondel) 148.

hippolytus (Vondel) 404 noot 2.

histooriën, neederlandsche (Hooft) 67 noot 1.

historiae (Tacitus) 239; 261 noot 1, 2.

historiae de controversiis quas pelagius ejusque reliquiae moverunt libri septem (Vossius) 350 noot 1.

historica narratio de initio et progressu missionis s. jesu apud chinenses (Adam Schall) 453; 455.

historie van den tartarischen oorlog (Martinius) 453; 455; 456. Zie ook onder de bello tartarico historia.

Ifigenia in aulis (Erasmus) 443.

Ifigenie in tauren (Vondel) 432; 433; 434 noot 1; 436; 442; 444; 447; 448; 500; 562; 563; 571; 574; 575; 578; 588.

inhoudt van koning david herstelt (Vondel) 12 noot 1; 51; 59; 83 noot 3; 89.

inhoudt van koning david in ballingschap (Vondel) 10 noot 1; 11 noot 1; 17; 50 noot 2; 89.

institutiones poëticae (Vossius) 445; 586 noot 2.

Ἰφιγένεια ἡ ἐν Ταύροις (Euripides) 432; 433; 436; 579; 589.

iudices et ruth explanati (Serarius) 114 noot 1, 3.

Jephthes (Buchanan) 97; 99; 104; 353.

[p. 612]

jeptha (Vondel) 15; 53; 54 noot 2; 57; 79 noot 2; 97; 102; 103; 132 noot 1; 207; 220; 223; 224; 225; 310; 349; 353; 354; 355; 366; 435; 442; 446; 465; 487 noot 2; 501; 571; 590.

joannes de boetgezant (Vondel) 233; 280 noot 1; 517; 594.

joseph in dothan (Vondel) 590.

joseph in egypten (Vondel) 156; 191; 278; 554; 590.

joseph in 't hof (Vondel) 590.

Koning david herstelt (Vondel) 10 noot 1; 25; 41; 49; 54 noot 2; 55; 56; 59; 83; 88; 95; 96; 97; 101; 103; 104; 106; 107; 109; 111; 114; 143; 146; 164; 191; 194 noot 1; 310; 334; 335; 338; 588; 598.

koning david in ballingschap (Vondel) 9; 11; 15; 39; 40; 41; 46; 47; 49; 55; 56; 57; 58; 59; 61 noot 1; 69 noot 1; 83; 84; 88; 95; 98; 101; 107; 109; 111; 142; 143; 144; 181; 194 noot 1; 204 noot 1; 266; 588; 590.

koning david-spelen (Vondel) 11; 56; 106; 107; 111 noot 1; 114; 141; 142; 145; 168; 169; 217; 222; 225; 233; 274.

koning edipus (Vondel) 9; 11; 132 noot 1; 233; 432; 433; 434 noot 1; 435; 436; 440; 448; 574; 590.

Leeuwendalers (Vondel) 155 noot 3; 234; 260 noot 1; 590.

leven, het, van joost van den vondel (G. Brandt) 11 noot 2; 104 noot 4; 6; 108 noot 2; 166 noot 2; 233 noot 2; 238 noot 1; 325 noot 2; 334 noot 1; 340 noot 1; 434 noot 5; 449 noot 1; 451 noot 1; 571 noot 1; 572 noot 3; 590 noot 1.

lucifer (Vondel) 45; 149 noot 4; 156; 165; 166; 282; 319; 357; 358; 366; 418; 509; 510; 511; 547; 554; 589; 590.

Maeghden (Vondel) 277; 590; 594.

magnificence, la, de salomon (Du Bartas) 10 noot 1; 395 noot 2.

maria stuart (Vondel) 88 noot 1; 245 noot 1; 500; 554.

metamorphoses (Ovidius) 283; 286; 289 noot 2; 291 noot 1; 292 noot 1; 293 noot 1; 301 noot 1; 305 noot 1; 309; 313; 314; 315; 316; 324; 325 noot 1; 333; 383 noot 1; 428; 512.

moralia (Plutarchus) 89.

Noah (Vondel) 319; 447; 449; 463; 504; 507; 508; 509; 510; 513; 514; 516 noot 1; 517 noot 2, 3; 518; 521; 528; 533; 534; 544; 545; 546; 547; 548; 549; 550; 551; 554; 556; 557; 559; 560; 563; 564; 565; 566; 567; 568; 571 578; 587; 588.

Οἰδίπους τύραννος (Sophocles) 14; 40; 46; 49; 56; 107; 432; 575.

ondergang der eerste weerelt. Zie onder noah.

ondergang der sineesche heerschappye. Zie onder zungchin.

opdracht van adam in ballingschap (Vondel) 352; 356 noot 2; 379, 429.

opdracht van adonias (Vondel) 205; 209; 211; 217; 221.

opdracht van batavische gebroeders (Vondel) 236; 237; 238; 276; 277; 285 noot 1.

opdracht van faëton (Vondel) 282; 336.

[p. 613]

opdracht van feniciaensche (Vondel) 572.

opdracht van herkules in trachin (Vondel) 581; 582; 586.

opdracht van ifigenie in tauren (Vondel) 436; 440; 442; 444; 446; 447.

opdracht van koning david herstelt (Vondel) 49 noot 2; 59; 84; 85; 89; 95; 96; 98; 104; 105; 106; 107.

opdracht van koning david in ballingschap (Vondel) 11; 14; 15; 37; 39; 41; 45; 84; 85; 105 noot 3.

opdracht van noah (Vondel) 509; 511; 514; 549; 550; 565.

opdracht van samson (Vondel) 114;159;168.

opdracht van zungchin (Vondel) 458; 463; 464; 491; 492; 501; 505 noot 1.

op het sineesch treurspel van j. antonides vander goes (Vondel) 451 noot 2.

Palamedes (Vondel) 234; 263 noot 1, 3; 282.

parnasloof (Vondel) 238.

pascha, het (Vondel) 234.

peter en pauwels (Vondel) 386 noot 4; 466; 554; 557; 558; 593.

phaedra (Seneca) 404 noot 2.

phoenissae (Grotius) 433; 434; 442; 443; 444; 445; 446; 447; 448; 572; 574.

Φοίνισσαι (Euripides) 14; 24 noot 1; 224; 433; 465; 574; 578; 579; 584; 585; 589.

poëtae graeci veteres 436; 574; 580.

prolegomena bij phoenissae (Grotius) 442; 443; 444 noot 3; 445; 446.

Πρöμηθεὐς δεσμώτης (Aeschylus) 297 noot 1.

Rerum romanorum ab urbe condita libri (Livius) 89 noot 2.

rynstroom, de (Vondel) 257 noot 1.

Sacra in quibus adamus exul tragoedia aliorumque eiusdem generis carminum cumulus consecrata franciae principi (Grotius) 347 noot 1.

salmoneus (Vondel) 102; 148; 282; 466; 590.

salomon (Vondel) 97; 135; 149 noot 4; 159 noot 1; 375; 533; 534; 547; 558; 590.

samson (Vondel) 11; 105 noot 3; 114; 140; 141; 142; 144; 145; 146; 156; 160; 161 noot 1; 162; 163; 165; 167; 168; 217; 218; 220; 221; 224; 227; 231; 233; 274; 310; 447; 492; 493; 520; 560; 588; 590.

sibyllina 513 noot 1; 565.

sinicae historiae decas prima (Martinius) 453.

sophompaneas (Grotius) 434 noot 4.

Tractaet van de oudheyt vande batavische nu hollandsche republique (Hugo de Groot) 236 noot 1; 240 noot 2; 250 noot 2.

Τραχίνιαι (Sophocles) 580; 582; 585; 589.

trazil of overrompelt sina (Antonides van der Goes) 451 noot 1; 502; 503 noot 2; 504; 593.

troades (Seneca) 260 noot 1; 263 noot 1.

trophées, les (Du Bartas) 10 noot 1.

[p. 614]

Verovering van grol (Vondel) 240 noot 1.

Wanneer de vorst des lichts (Hooft) 292 noot 1.

Zungchin (Vondel) 447; 449; 450; 451 noot 1; 452; 453; 455; 457; 458; 459 noot 3; 461; 462; 463; 465; 466; 467 noot 1; 482; 491; 493; 495; 496; 498; 499; 500; 502; 503; 504; 505; 514; 547; 548; 549; 551; 553; 563; 566; 568; 571; 588.

Studies en artikelen

De titels van deze afdeling werden gerangschikt naar de alfabetische volgorde van de auteursnaam.

Beets, nicolaas, De Paradijsgeschiedenis en de Nederlandsche dichters in Verscheidenheden meest op letterkundig gebied, 2^o herz. druk Deel I (Haarlem 1876), pag. 139-215. 352 noot 1.

boer, j.j., Het tragische in ‘Samson’ in Vondel-kroniek VII (1936), pag. 166-169. 160 noot 1.

bomhoff, j.g., Bijdrage tot de waardering van Vondels drama, diss. Leiden (Amsterdam 1950). 11 noot 2; 41 noot 1; 57 noot 1; 110 noot 5; 162 noot 2; 342 noot 1; 556 noot 2; 566 noot 6.

brandt, geeraerdt, Het Leven van Joost van den Vondel, ed. P. Leendertz jr. ('s-Gravenhage 1932). Zie vorige afdeling onder leven van joost van den vondel.

brandt corstius, j.c., Zungchin en Trazil in De Nieuwe Taalgids XXXIX (1946), pag. 65-70. 504 noot 2.

bray, rené, La formation de la doctrine classique en France (Parijs 1927; onv. herdr. 1951). 49 noot 1; 155 noot 2; 499 noot 1.

brom, g., Vondels geloof (Amsterdam-Mechelen 1935). 337 noot 3.

brom, g., [recensie op Van Pascha tot Noah, Deel II] in Spiegel der Letteren III, pag. 298-302. 149 noot 4.

buck, august. Romanische Dichtung und Dichtungslehre in der Renaissance. Ein Forschungsbericht in Deutsche Vierteljahrschrift für Literaturwissenschaft und Geistesgeschichte XXXIII (1959), pag. 588-607. 149 noot 5.

Corneille, p., Oeuvres. Nouvelle édition par Ch. Marty-Laveaux, tome premier (Parijs 1862). Zie vorige afdeling onder discours.

cornelissen, j.d.m., Vondel en de vrijheid in 1663, in Historisch tijdschrift XVIII (1939), pag. 321-355. 235 noot 1, 6; 242 noot 1; 250 noot 1; 276 noot 2, 3; 277 noot 1; 336 noot 1; 339 noot 2.

Dekker, g., Vondel se Eva in Studies over Vondel en zijn tijd. Liber Amicorum van B.H. Molkenboer O.P. (Amsterdam 1939), pag. 105-122. 418 noot 3.

dijkhuis, p., Vondel's Faëton. Wat

[p. 615]

heeft dit treurspel ons heden ten dage te zeggen? (Haarlem 1938). 340 noot 2.

donker, anthonie, Eva en de dichters (Amsterdam 1958). 353 noot 2; 373 noot 1; 374 noot 1, 2; 389 noot 1; 405 noot 1.

duinkerken, anton van, Vondels ontgoocheld vaderschap in Studies over Vondel en zijn tijd. Liber Amicorum van B.H. Molkenboer O.P. (Amsterdam 1939), pag. 128-135. 54 noot 2, 3, 4; 55 noot 1; 106 noot 2; 165 noot 3; 225 noot 1, 3; 337 noot 5.

duyvendak, j.j.l., Voordracht over China in de Nederlandsche Letterkunde in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden 1937-1938 (Leiden 1938), pag. 3-14. 455 noot 4, 5; 461 noot 1; 496 noot 1.

Geerts, a.m.f.b., Vondel als classicus bij de Humanisten in de leer, diss. Utrecht (Tongerloo 1932) 436 noot 1, 2; 442 noot 3; 443 noot 2; 444 noot 3; 573 noot 4; 574 noot 2; 580 noot 2; 581 noot 4.

Hamel, a.g. van, Zeventiende-eeuwsche opvattingen en theorieën over litteratuur in Nederland ('s-Gravenhage 1918). 346 noot 1.

henkel, m.d., Nederlandsche Ovidius-illustraties van de 15e tot de 18e eeuw in Oud-Holland XXXIX (1921), pag. 149-187. 284 noot 2.

hooft, p.c., Baeto. Uitgeg. door F. Veenstra. Zwolse drukken en herdrukken nr. 11 (Zwolle 1954). 592 noot 1.

Jans, r., ‘Zungchin of Ondergang der Sinese Heerschappije’ in Vondelkroniek X (1939), pag. 249-255. 503 noot 7.

jonckbloet, w.j.a., Geschiedenis van de Nederlandsche letterkunde, deel IV^4 (Groningen z.j.). 227 noot 1; 344 noot 1; 429 noot 2; 503 noot 2; 566 noot 1.

jong, a.j. de, Vondel na zijn overgang naar de Rooms-Katholieke Kerk in Geschiedenis van de Letterkunde der Nederlanden, Deel V ('s-Hertogenbosch-Antwerpen z.j.) pag. 9-101. 106 noot 3, 4; 344.

Kalff, g., Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde, Deel IV (Groningen 1909). 344 noot 2; 566 noot 3.

Kalff, s., Vondel's ‘Sineesch treurspel’ in Vondel-kroniek II (1931), pag. 180-189. 503 noot 2.

kampinga, h., De opvattingen over onze oudere vaderlandsche geschiedenis bij de Hollandsche historici der XVIe en XVIIe eeuw, diss. Leiden ('s-Gravenhage 1917). 235 noot 2; 236 noot 3; 240 noot 2.

king, peter, Twee symbolische allegorieën in Vondels Adam in ballingschap in Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde LXXII (1954), pag. 201-231. 426 noot 1.

kirkconnell, watson, The celestial Cycle. The theme of Paradise lost in World Literature with translations of the Major Analogues (Toronto 1952). 347 noot 1; 367 noot 1.

knuvelder, g., Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde II^2 ('s-Hertogenbosch 1958). 164 noot 3; 504 noot 1; 566 noot 7.

[p. 616]

Melles, j., Joost van den Vondel (Utrecht 1957). 106 noot 1; 107 noot 1; 108 noot 1; 164 noot 5; 335 noot 2; 337 noot 1.

michels, l.c., Filologische opstellen III. Stoffen uit Vondels werk (Zwolle 1961). 236 noot 2.

michels, l.c., Ten geleide van Vondels Herscheppinge in WB VII pag. 11-18. 284 noot 4.

michels, l.c., Vondels Zungchin in Vondelkroniek X (1939), pag. 19-24. 452 noot 1; 503 noot 6.

minderaa, p., College-aantekeningen 1949. 461 noot 2, 3; 463 noot 2; 491 noot 4; 497 noot 1.

moller, h.w.e., Aantekeningen bij Zungchin in WB. X, pag. 765-767. 455 noot 3.

Nijhoff, d.c., Vondels Hecuba, Gebroeders en Maria Stuart aesthetischcritisch beschouwd, diss. Utrecht (Utrecht 1886). 166 noot 1.

noë, j., De religieuze bezieling van Vondels werk, diss. Leuven (Tielt 1952). 163 noot 1; 280 noot 4; 343 noot 5; 552 noot 1.

Simons, l., Vondels dramatiek I in WB II, pag. 29-52. 161 noot 1; 280 noot 3.

simons, l., Vondels dramatiek II in WB III, pag. 35-108. 229 noot 1.

smit, w.a.p., Nieuwe Vondelliteratuur IV in De Nieuwe Taalgids XLVI (1953), pag. 261-268. 552 noot 2.

smit, w.a.p., Van Pascha tot Noah, Deel I (Zwolle 1956). 9 noot 2; 38 noot 1; 49 noot 1; 57 noot 2; 97 noot 1; 99 noot 2; 148 noot 2; 149 noot 2, 3; 105 noot 2; 153 noot 2; 161 noot 2; 217 noot 2; 220 noot 1; 223 noot 3; 234 noot 1, 2, 3; 245 noot 1; 258 noot 2; 260 noot 1; 321 noot 1; 339 noot 1; 482 noot 1; 500 noot 1; 552 noot 3; 564 noot 1; 592 noot 2.

smit, w.a.p., Van Pascha tot Noah, Deel II (Zwolle 1959). 9 noot 1, 3; 14 noot 2; 15 noot 1; 32 noot 1; 42 noot 1; 43 noot 1; 45 noot 2; 46 noot 1; 53 noot 1; 60 noot 3; 96 noot 1; 97 noot 2, 3; 99 noot 1, 2; 100 noot 1; 102 noot 1, 2, 3; 103 noot 2; 104 noot 3; 110 noot 2; 113 noot 1; 114 noot 2; 135 noot 1; 146 noot 1; 148 noot 3; 149 noot 1; 153 noot 3; 159 noot 1; 164 noot 2; 200 noot 3; 207 noot 1; 218 noot 2; 224 noot 1; 225 noot 2; 241 noot 2; 310 noot 1; 353 noot 3; 354 noot 1, 2; 356 noot 1; 358 noot 1; 366 noot 1; 375 noot 1; 432 noot 1, 2, 4; 433 noot 3; 435 noot 2, 3; 440 noot 1; 442 noot 4; 443 noot 1; 447 noot 1, 2, 4; 465 noot 2; 547 noot 1; 552 noot 3, 4; 554 noot 1; 556 noot 3; 573 noot 1, 2; 574 noot 1.

sterck, j.f.m., Bij het missie-tooneelspel Zungchin in Oud en Nieuw over Joost van den Vondel (Amsterdam-Mechelen 1932), pag. 77-81. 452 noot 1; 455 noot 2.

sterck, j.f.m., Het leven van Vondel: 1660-1663 in WB IX, pag. 3-17. 337 noot 2.

sterck, j.f.m., Vondel-brieven (Amsterdam-Sloterdijk 1935). 165 noot 2; 284 noot 1; 451 noot 1; 516 noot 2; 517 noot 4.

Unger, j.h.w., Bibliographie van

[p. 617]

Vondels werken (Amsterdam 1888). 11 noot 2.

Veenstra, f., De plaats van Hoofts toneelspelen in de dramatiek. Zie onder p.c. hooft, Baeto.

verschaeve, cyriel, Vondel's Samson in Noah en Vondel's drama tegenover het drama in het algemeen (Brussel 1920). 162 noot 3; 279 noot 5; 343 noot 1; 387 noot 1.

verschaeve, cyriel, Vondel's trilogie (Brugge 1941). 512 noot 1; 556 noot 1; 566 noot 5.

verwey, albert, Een inleiding tot Vondel (Amsterdam z.j. [1892]). 165 noot 2.

verwey, albert, Vondels Jeptha in Proza V (Amsterdam 1922). 165 noot 2.

verwey, albert, Vondels vers (Santpoort 1927). 11 noot 2; 56 noot 1; 163; 164 noot 2; 280 noot 2; 343.

vondel, joost van den, Adam in ballingschap. Uitgeg. door A. Zijderveld. Klassiek Letterkundig Pantheon, 4e druk (Zutphen 1938). 350 noot 2; 428 noot 1.

vondel, joost van den, Faëton. Uitgeg. door A.A. Verdenius. Klassiek Letterkundig Pantheon (Zutphen 1939). 288 noot 1; 291 noot 1.

vondel, joost van den, Lucifer. Uitgeg. door. N.A. Cramer. Opnieuw verzorgd door B.H. Molkenboer, 7e dr. (Zwolse Herdrukken nr. 3/4. Zwolle 1935). 317 noot 1; 418 noot 2.

vondel, joost van den, Noah. Uitgeg. door M.E. Kronenberg. Klassiek Letterkundig Pantheon nr. 150 (Zutphen 1910). 510 noot 1; 559 noot 1; 560 noot 1; 565 noot 1.

vondel, j. van, Volledige dichtwerken. Uitgeg. door J. van Vloten (Schiedam 1863-1866). 11 noot 2.

vondel, joost van den, De Werken. Uitgeg. door J. van Lennep. Deel IX (Amsterdam 1864). 36 noot 2; 55 noot 2; 104 noot 5; 109 noot 2; 152 noot 2; 183 noot 3; 194 noot 2; 200 noot 3; 227 noot 1; 278 noot 1, 3; 279 noot 2, 3, 4; 291 noot 2; 442 noot 1.

vondel, joost van den, De Werken. Uitgeg. door J. van Lennep. Deel X (Amsterdam 1865). 284 noot 3; 294 noot 1, 2; 325 noot 3; 335 noot 1, 2; 342 noot 3; 347 noot 1; 352 noot 2; 357 noot 1; 383 noot 1; 396 noot 1; 467 noot 1; 503 noot 1.

vondel, joost van den, De Werken. Uitgeg. door J. van Lennep. Deel XI (Amsterdam 1867). 507 noot 1; 516 noot 1; 553 noot 1; 555 noot 1; 562 noot 1; 566 noot 2.

vondel, Volledige dichtwerken en oorspronkelijk proza. Verzorgd en ingeleid door Albert Verwey (Amsterdam 1937). 11 noot 2; 36 noot 2; 101 noot 1; 110 noot 4; 111 noot 1; 343 noot 2; 503 noot 4; 566 noot 4.

vondelherdenking, de, 1937. Gedenkboek (Amsterdam 1938). 325 noot 4.

Waal, h. van de, Drie eeuwen vaderlandsche geschied-uitbeelding, 1500-1800 ('s-Gravenhage 1952). 196 noot 1; 237 noot 2, 3, 4, 5; 238 noot 1; 249 noot 1; 251 noot 1; 257 noot 2; 260 noot 1; 272 noot 1; 275 noot 1; 276 noot 1.

[p. 618]

winkel, j. te, Vondel als treurspeldichter in Bladzijden uit de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde (Haarlem 1882). 165 noot 4.

winkel, j. te, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde, Deel IV^2 (Haarlem 1924). 278 noot 2.

witstein, s.f., De rei van Batavische vrouwen uit het tweede bedrijf van Vondel's Batavische gebroeders (1663) in De Nieuwe Taalgids XLVIII (1955), pag. 264-268. 271 noot 1.

worp, j.a., De invloed van Seneca's treurspelen op ons tooneel (Amsterdam 1892). 151 noot 2; 154 noot 2.

worp, j.a., De bronnen van Vondel's Zungchin in Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde XXII (1903), pag. 37-44. 455 noot 1; 456 noot 1; 457 noot 2; 458 noot 3; 462 noot 1.

wybrands, c.n., Het Amsterdamsche Tooneel van 1617-1772 (Utrecht 1873). 105 noot 3.

Zijderveld, a., Faëton in de Burgerzaal van het Amsterdamse ‘Stadhuis’ in Studies over Vondel en zijn tijd. Liber Amicorum van B.H. Molkenboer O.P. (Amsterdam 1939). 283 noot 1.

zijderveld, a., Faëton in Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde LVIII (1939), pag. 185-197. 338, noot 1, 3; 342 noot 2.