Gallerije ofte proef van syne dichtoeffeningen
(1685)–Ludolph Smids– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
Lud: Smids Gallerye der Doorluchtige Vrouwen.
| |
[pagina 2]
| |
De borst, met nagels, oopenrijte?
Of op dit snijdend' ijser bijte?
Gaat heen mijn SustersGa naar eindnoot+ hebben schuld:
Vervoer die tot dit ongeduld:
K'wil aver het geweld niet klagen.
Neen. liever alles hier verdragen.
Maar. hoor! meer schuyft de grendels af.
O kerker! nu word gy mijn graf.
Daar vallen d' afgerukte slooten;
Hoor! ah! de deur word opgestooten.
Hoe? Lijnceus? Lijnceus aan mijn zij?
Verlost gy my, mijn Lief? amy!
Wat donkerheyd beswalkt mijn oogen?
K' beswijk. De Vreugd heeft mêer vermoogen.
(O trouwe Lynceus!) op dit hert
Als Quelling, en Verdriet, en Smert.
|
|