Psalmen, lof-sangen, ende geestelike liedekens
(1661)–Willem Sluiter– Auteursrechtvrij
[pagina 214]
| |
Toevlucht tot den gekruyschten Jesum.Op de wijse; O Kers-nacht schoonder dan de dagen. Of, na de Musijke gestelt op onse Gesangh, Ach dat mijn hert &c. Fol: 14. Of; Moet dan 't beginsel &c. Fol: 208. 1.
Ga naar margenoot+ WAer sal ik in soo veel elenden
My armen sondaer henen wenden?
Sie ik de Wet des Heeren aen,
Om voor mijn ziel daer rust te soeken,
Ga naar margenoot+ Sy sal rechtveerdigh my vervloeken,
Wyl ik se niet en hebb gedaen.
2.
Verheff' ik mijn gemoet na boven,
Met reden vind' ik my verschoven
Ga naar margenoot+ Van 't on-toegankelijke licht:
Ga naar margenoot+ Mijn sonden eene scheydingh maken,
Soo dat ik Godt niet derf genaken,
Want hy verberght het aengesicht.
3.
Ga naar margenoot+ Op aerden kan my niemant helpen:
Wie sal dan mijne droefheit stelpen?
Ga naar margenoot+ Tot u, ô Christe, wil ik gaen;
Ga naar margenoot+ 'k Wil door 't geloov' uw kruys aenschouwen,
En met een kinderlik vertrouwen
Daer by steeds vaste blyven staen.
4.
Want als ik tot uw kruyce nader',
Ga naar margenoot+ Aenmerk' ik, hoe ghy uwen Vader
Met ons weer hebt te vre'en gestelt:
Ga naar margenoot+ Het hantschrift, dat ons deed' verklagen,
Hebt ghy aen 't kruyce vast geslagen,
Ga naar margenoot+ Soo dat geen aenklacht meer en gelt.
5.
Ghy neyght van 't kruys uw stervend' oogen,
| |
[pagina 215]
| |
End houdt uw bloedigh hooft gebogen,
Als of ghy my een kus aen-boodt:Ga naar margenoot+
Ghy rekt uw handen end uw armen,
Als of ghy wildet, op mijn karmen,
My komen helpen in den noot.
6.
Ghy wringht uw vast-geboorde voeten,Ga naar margenoot+
Om my met vreugt en heyl t' ontmoeten:Ga naar margenoot+
Het bloet, dat uyt uw wonden vloeyt,Ga naar margenoot+
Toont dat ghy macht hebt te verlossen,Ga naar margenoot+
Dewijl 't als sap van druyve-trossen
Heeft uwe kled'ren root besproeyt.
7.
Wie isser die my sal verdoemen?Ga naar margenoot+
'k Wil in geen ander dingen roemenGa naar margenoot+
Als in het kruyce Jesu maer,
Waer door de werelt (die voor desen
Soo aengenaem my plagh te wesen)
My is gekruycight, end ik haer.
|
|