Psalmen, lof-sangen, ende geestelike liedekens
(1661)–Willem Sluiter– Auteursrechtvrij
[pagina 103]
| |
[Klachte over de boosheit... (vervolg)]Moort, dronkenschap, geslemp en brasserye,
Trots, hoovaerdy, haet, laster, achterklap,Ga naar margenoot+
En sulke meer, zijn nu op d' hooghste trap.Ga naar margenoot+
5.
De liefd' is seer ja meer verkout als immer,Ga naar margenoot+
End alle daegh wert noch een yeder slimmer.Ga naar margenoot+
Godt klopt vast aen; men hoort na geen geklop:Ga naar margenoot+
Men acht het niet, men doet geen deuren op.
6.
Een tuymel-geest heeft haer gemaekt heel dronken,Ga naar margenoot+
Haer is een geest des diepen slaeps geschonken;Ga naar margenoot+
Haer oogen zijn gesloten toe soo vast,
Dat niemant op dit hardde kloppen past.
7.
Eer wert de mensch gebroken als gebogen,
Hy wert veel eer verharddet als bewogen,Ga naar margenoot+
En bitter eer als beter; geen vermaen,
Geen dreygen noch bestraffen helpt'er aen.
8.
Ontwaekt, ô mensch! ô mensche wilt ontwaken:Ga naar margenoot+
De tijt is boos, haer eynde moet genaken.Ga naar margenoot+
Uw sond' is rijp, en tot den oogst gebracht;Ga naar margenoot+
't Is meer dan tijt dat ghy het neemt in acht.
|
|