Psalmen, lof-sangen, ende geestelike liedekens
(1661)–Willem Sluiter– Auteursrechtvrij
[pagina 102]
| |
Klachte over de boosheit en sorgeloosheit deser eeuwe.Men kan dit singen na de Musijke, ende andere aengewesene Sanghwijsen, gestelt op onse Gesangh; Gantsch weynigh zijn de dagen van mijn leven. Fol: 48. 1.
Ga naar margenoot+ OBoosen tijt, ô droessem aller eeuwen!
Ga naar margenoot+ Was immermeer het roepen ende schreeuwen
Van Sodoms en Gomorra's sonden groot,
Haer misdaet swaer geworden totter doot;
2.
Niet minder is 't in ons' verdorven tijden,
Waer in de deugt geweken is by - zijden,
Ga naar margenoot+ Godtsaligheyt niet langer krijght gehoor,
Ga naar margenoot+ Maer alle quaet met kracht komt breken door.
3.
Ja siet men niet, hoe dat de goddeloosheit
Heeft uytgebraekt het zaet van alle boosheit;
En gantsch verslindt en overstroomt het goed
Gelijk als een gemeenen water-vloed.
4.
Ga naar margenoot+ Twist, af-gunst, toorn, nijt, ontucht, hoererye,
|
|