Begeerte tot Godt, om den korten tijt deses levens wel te besteden.
Discantvs.
Gantsch weynigh zijn de dagen van mijn leven, En' ve- le quaetshebb'
ik daer in be-dre-ven: In y- del-heyt ben ik mijn ja- ren
quyt, 'k Hebb' u, ô Godt, ge- leest de minste tijt.
Men kan dit ook singen op de wijse van Psalm 8. O onse Godt, en Heer seer hoogh gepresen. Of (wanneer men 2. versen voor r. of 8. regeltjes in elk vers neemt) op de wijse van Psalm 18. Ik sal u lieven &c. Of; Psalm 32. Wel hem, die syn misdaet &c. Of; Psalm 45. Mijn hert wilt nu een seer schoon liedt voortbringen. of; Psal. 144. Gelooft zy. Godt mijn troost tot allen tijden. Of op de wijse; Een koop-man die het'e el gesteent beminden.