Psalmen, lof-sangen, ende geestelike liedekens
(1661)–Willem Sluiter– AuteursrechtvrijAvond-Gesangh
| |
[pagina 34]
| |
Ga naar margenoot+ Al waer 't schoon dat ik soude komen
In 't dal der schaduw van de doot,
Geen quaet en soud' ik nochtans schromen,
Want hy is met my in den noot.
Ga naar margenoot+ Hy die geleydt heeft synen volke
Ga naar margenoot+ Op haren wegh soo goedertier
Ga naar margenoot+ 's Daeghs met een uytgebreydde wolke
Ga naar margenoot+ En 's nachts met een verlichtend vyer:
Ga naar margenoot+ Die sal ook over my gebieden
Des daeghs syn goedertierenheyt,
En 's nachtes sullen syne lieden
Ook by my zijn voor syn geleyd.
Ga naar margenoot+ Laet vry de Satan zijn verbolgen
Ga naar margenoot+ Met al syn macht der duysternis,
Ga naar margenoot+ Ik wil kloekmoedigh Jesum volgen,
Die 't waere licht der werelt is.
Ga naar margenoot+ Soo ga ik niet in duysternisse,
Maerhebb' het licht des levens klaer,
|
|