Psalmen, lof-sangen, ende geestelike liedekens
(1661)–Willem Sluiter– Auteursrechtvrij
[pagina 6]
| |
Men kan dit ook singen (met 8. regeltjes in elk vers) Op de wijse van Psalm 7. Op u hoop ik, Heer, t'allen tijden. Of; Psalm 46. Als ons de noot overvalt krachtigh. Of; Psalm 59. O Heer, ik ben van mijn vyanden.
Ga naar margenoot+ TEr plaetse mijner vreemd'linkschappen,
Ga naar margenoot+ Daer ik moet doen veel droev'ge stappen,
Zijn uw insettingen, ô Heer,
My tot gesangen, na begeer.
Ga naar margenoot+ Hoe soud' ik dees' elend'ge dagen,
Ga naar margenoot+ Vol moeyt'en swaer verdriet, vol lagen,
Ga naar margenoot+ Ten-eynde brengen, soo ik niet
Ga naar margenoot+ U singen mocht een vrolik liet?
Ga naar margenoot+ Wanneer ik voel mijn teder herte
Ga naar margenoot+ Geklopt, gestopt, gepropt met smerte,
Het wordt gestilt, ontlast, verlicht,
Ga naar margenoot+ Als 't op magh bobb'len een gedich[t].
Ga naar margenoot+ Ghy maekt, ô Godt, my levend weder,
Ga naar margenoot+ Wanneer mijn tongh is als een veder
Eens veerd'gen schrijvers, tot uw lof,
Ga naar margenoot+ Schoon mijne ziel al kleefd' aen 't stof.
Ga naar margenoot+ 'k Gevoel my door uw Geest ontsteken,
Ga naar margenoot+ Die psalmen uyt mijn hert doet breken,
|
|