Psalmen, lof-sangen, ende geestelike liedekens
(1661)–Willem Sluiter– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
W. Sluiters Psalmen, Lofsangen ende Geestelike Liedekens. | |
[pagina 2]
| |
Een yverigh voor-nemen om alles ter eeren Christi te doen.
Discantus.
Wat ik denke, lees' of schrijve, wat ik dichte, wat ik singh,
Wat ik spreek, of oyt bedrijve, Schoon het kleyn is en ge- ringh,
Sal van u, en t' u- wer eer Maer allee- ne zijn, ô Heer.
Men kan dit oock singen op de Wijse van Psalm 146. Wel op, mijn ziel, wil nu prijsen. Of; Wie souw immermeer gelooven. 1.
WAt ik denke, lees' of schfijve,
Ga naar margenoot+ Wat ik dichte, wat ik singh,
Ga naar margenoot+ Wat ik spreek, of oyt bedrijve,
Schoon het klein is en geringh,
Ga naar margenoot+ Sal van u, en t'uwer eer,
Maer alleene zijn, ô Heer.
2.
Ga naar margenoot+ Yeder beek uyt u haer zee ga,
En vloey tot u weder in;
Ga naar margenoot+ Ghy zijt d' Alpha en d' Omega,
D'eerst' en laetst', eynd' en begin.
Jesu, geest en neemt doch al,
Wat ik heden singen sal.
| |
[pagina 3]
| |
Een yverigh voor-nemen om alles ter eeren Christi te doen.
Bassus.
Wat ik denke, lees' of schrijve, wat ik dichte, wat ik singh,
Wat ik spreek, of oyt bedrijve, Schoon het kleyn is en geringh,
Sal van u, en t'u- wer eer Maer allee- ne zijn, ô Heer.
3.
Alles sal van u beginnen,
Door en in u zijn ge - endt;
Want ik voel uw liefde binnenGa naar margenoot+
In mijn herte vast gheprent,
Die my geeft soo rijklik stof
Tot uw eere, roem en lof.
4.
Goede Jesu, soetste Christe,
Eer ik recht de lieflikheytGa naar margenoot+
Uwer heyl'ge liefde wiste,
Wierd ik jamerlik verleydt;Ga naar margenoot+
's Werelts vreugde was mijn lust,Ga naar margenoot+
Die my nu maer maekt ontrust.
| |
[pagina 4]
| |
Mijn gedichten, mijn gedachten,
Zeden, reden, en gesangh
Van de Werelt hebb' gehadt;
'k Ben daer van tot walgens sat.
6.
Ga naar margenoot+ On - verdraeghlik en beklaeghlik
Ga naar margenoot+ Is my d'yd'le wellusts - smaek,
Maer behaeghlik ende graeghlik
Ga naar margenoot+ Neemt mijn ziel in u vermaek:
Wat ik om uw soete min
Lijd' of doe, 't is na mijn sin.
7.
Ga naar margenoot+ Liefde kan veel lasten dragen,
Ga naar margenoot+ Schoon se swaer zijn, met gemak,
Ga naar margenoot+ En die soo lichtveerdigh klagen
Ga naar margenoot+ Om de swaerte van uw pak,
|
|