Gezangen van Heilige en Godtvruchtige stoffe
(1687)–Willem Sluiter– AuteursrechtvrijNoch een ander.
Stem: O nagt! jaloerse nagt, &c.
| |
[pagina 94]
| |
2. Waerachtig hemelsch Brood, wilt my alsoo versaden,
Dat ick uw heil'gen Berg met nieuwe kracht klimm' op:
Des weerelds spijse maeckt de ziele maer beladen,
En treckt ons' oogen aff van 's hemels hoogen top.
3. Verleent my dat ick mag opvaren als met vleug'len,
Dat ick in mijnen loop niet werde moed' of mat,
Doch wilt my op mijn reys soo met uw handen teug'len,
Dat ick tot geener tydt en wijck van 't rechte padt.
4. 'k Heb u, o Jesu, voor mijn schat alleen verkooren,
Ey laet dan by mijn schat oock weesen steeds mijn hert.
Och! dat de weereld my soo dickwils komt verstooren,
Wanneer mijn ziel tot u om hoog getrocken werdt.
5. Mijn hert is als een Zee opswellend van de baaren;
Gy Heere, die bedwingt de winden en de zee,
Kont maecken dat seer haest mijn sinnen weer bedaaren,
En op u zijn gevest met soete rust en vree.
6. Al is mijn lichaem by het weereldsche gewemel,
Al staen mijn voeten vast op deeser aerden grond,
Soo wilt nochtans mijn hert tot in den derden hemel
By u in 't paradijs optrecken t'aller stond.
| |
[pagina 95]
| |
7. Tot dat ick sal by u met ziel en lichaem blyven,
En in der eeuwigheid niet van u scheyden meer:
Hoe soet sal dan mijn hert aen u mijn schat beklyven!
Dan sal ick zijn versaedt van al wat ick begeer.
|
|