Gezangen van Heilige en Godtvruchtige stoffe
(1687)–Willem Sluiter– AuteursrechtvrijAvond Gebed.Stem: Psalm 116. of aldus.
O God: gy hebt nu weer in mijnen mond
Een lof-zang, en een nieuwe lied gegeeven,
Dewijl gy my dees' dag hebt doen beleeven,
En onbeseert gebragt aan d'avond stond.
2. De duystre nacht vermaant my wederom
Om tot den schoot van u barmhertigheden
Te vluchten door hertgrondige gebeden:
Verwerp my niet die ernstig tot u kom.
3. Wanneer wy met den slaep bevangen zijn,
So liggen wy geheelick sonder sorgen,
| |
[pagina 25]
| |
Ons' ongeluck en schaed' is ons verborgen, Ga naar voetnoot+
Dewijl den droom ons vleyt door valsche schijn.
4. So gy dan niet houd over ons de wacht,
O Israëls behoeder, met uw oogen,
Die noch tot slaep of sluym'ren zijn bewoogen, Ga naar voetnoot+
Dan sou 't gevaer ons naderen met kracht.
5. Dies bidd' ick u, dat gy wilt over my
In deesen nacht met uw genade waken,
Uw' Eng'len laet haer leger om my maken,
Dat ick aen lijf en ziele seker zy. Ga naar voetnoot+
6. Op dat ick weer met vreugd ontwaken mag,
Om mijn beroep met nieuw en versche krachten,
Na uwen wil getrouwlick te betrachten,
Als ick beleev' de naest-aenstaende dag.
7. En om van u t'ontfangen dees' gena,
So Deckt mijn sond met u barmhertigheden, Ga naar voetnoot+
Gelijck gy 't al doet met de nacht bekleden,
Op datse noit weer voor uw aenschijn sta.
8. Dan sal ick ook met dees' mijn kleed'ren weer
Af-leggen mijn aenklevende gebreken:
Schoon d'oude mensch daer hert sal tegenspreken,
So sal ick dog na hem niet luystren meer.
9. 'k Vertrouwe vast, dat gy met uwen geest
O God, hier in my sult te hulpe komen,
Want dat ick sulcks by my heb voorgenomen,
Is maer door uw' genad' alleen geweest.
10. Laet my dog in den doot ontslapen niet, Ga naar voetnoot+
Maer laet my in den geest soo tot u waaken,
En daer na staeg met alle krachten haken,
Dat ick hier naer oock d'eeuw'ge rust geniet.
|