Serenade(1938)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Voor de Verre Prinses Wij komen nooit meer saam: De wereld drong zich tusschenbeiden. Soms staan wij beiden 's nachts aan 't raam, Maar andre sterren zien we in andre tijden. Uw land is zoo ver van mijn land verwijderd: Van licht tot verste duisternis - dat ik Op vleuglen van verlangen rustloos reizend, U zou begroeten met mijn stervenssnik. Maar als het waar is dat door groote droomen Het zwaarst verlangen over wordt gebracht Tot op de verste ster: dan zal ik komen, Dan zal ik komen, iedren nacht. Vorige Volgende