Een eerlijk zeemansgraf(1941)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Uitvaart Zon randt niet meer aan kimverloren nachten, 't Schip vliedt de donkre zee in ruischend schuim, Een ster alleen bewoond door mijn gedachten Doolt ach hoe ver met mij door 't zelfde ruim. Zijn wentlen is ook zonder warmte, doel, Wel vaar ik traag en flikkert hij van vaart Maar weldra sluit mijn leven dat ik voel Verijlen - voor geluk reeds onverschillig - Zich bij hem aan, opeens gewillig: In een fel duizlingwekkend Moment tot hem uitstrekkend Zijn kern, eindlijk ontaard. Vorige Volgende