Katechismus,
Ofte Onderwysinge in de Kristelikke leere.
1 sondag.
1 Vraage.
Welk is uwen eenigen troost, beide in het leeven, ende het sterven?
Antwoord. Dat ik met lyf, ende ziele, beide in het leeven, ende het sterven, niet myns, maar myns getrouwen saaligmaakers Jesus Kristus eigen ben, die, met syn dierbaar bloed, voor alle myne sonden volkoomenlik betaalt, ende my uit alle geweld des duivels verlost heeft: ende alzoo bewaart, dat sonder den wille myns heemelschen vaaders, geen haair van myn hoofd vallen kan, ja ook dat my alle ding tot myne saaligheit dienen moet-Daarom hy my ook door synen heiligen Geest des eeuwigen leevens verseekert, ende hem voortaan te leeven van harten willig, ende bereidt maakt.
2 vraa. Hoe veel stukken zyn u noodig te weeten, op dat gy in deesen troost saaliglik leeven, ende sterven moogt?
Ant. Dry stukken. Ten eersten, hoe groot myne sonden, ende ellenden zyn.
Ten anderen, hoe ik van alle myne sonden, ende ellenden verlost werde.
Ten derden, hoe ik God voor zulke verlossinge zal dankbaar zyn.