Verhalen uit het land der bokkenrijders en der Teuten
(1978)–J.R.W. Sinninghe– Auteursrechtelijk beschermdEen wonderbare reddingBij mijn moeder thuis in Maasniel hadden ze twee Belze paarden. M'n moeder had maar een broer en die ging altijd met die paarden om. Nou gaat ie 's uit en nou komt er een heel hevig onweer opzetten. De oudste zuster van mijn moeder zat voor 't raam en zag in de verte over het land haar broer komen en zij bidden. Hij was misschien twintig meter van huis af, daar slaat de bliksem in: de paarden vallen en hij ligt er onder. En die paarden - dat is zo iets van achter - die lagen op hem en zij zat al maar te bidden. Hij had niet dat en de paarden waren dood, alle twee, en op die plaats staat nou een kapelletje van ‘Onze Lieve Vrouw van Lourd’. Daar mag nooit iemand aankomen. De nieuwe eigenaar heeft moeten tekenen, dat het altijd en altijd bewaard blijft en dat het niet van de plaats mag.Ga naar eindnoot3. |
|