Een nieuw sangh-boeck, iuhoudende eenighe psalmen
(1650)–J. Sent– AuteursrechtvrijOp de Wijse: Van Helena.1.
MAer een een die komen sal, die is des Heeren dagh,
Die gheen ellendich mensch voor syne keuren magh,
Daer sal een hel Trompet, door al de werelt klincken,
En doen aen alle vleesch, den hooghmoet neder sincken.
2.
Daer sal een stemme gaen, door gansch het aerdtsche dal,
Die in de Graven selfs een yder hooren sal,
Rijst op ghy doode, rijst en hoort het Oordeel
| |
[pagina 550]
| |
Dat u sal in de pijn of in de vreughde stellen.
3.
De rechter is bereyt, de tijt die is vervult,
Dat ghy verdiende straf of loon ontfanghen sult,
Hier op sal Godes Soon, de rechter aller volcken,
Met glans en groote kracht, verschijnen in de wolcken.
4.
En sitten in het recht, en brengen aen den dagh,
Wat oyt verholen was en in het duyster lag
Dan sal een groote schaer die niet en is te tellen,
Dan sal een machtich heyr, sich voor den rechter stellen.
5.
Om daer met eeuwigh heyl door hem te syn ghekroont,
Of anders na den eyssch, van hem te syn geloont,
Dan sal aen Godes Volck, aen Godes lieve scharen,
Het nieu Jerusalem syn vreugde openbaren.
FINIS. |
|