Een nieuw sangh-boeck, iuhoudende eenighe psalmen
(1650)–J. Sent– AuteursrechtvrijOp de Wijse: van den 5. Psalm.
GEeft pays en Ga naar margenoota vreed' in onsen daghen,
O Heere dat bidden wy u,
Dewijl ghy syt een God Ga naar margenootb getrou
So verhoort doch na u behagen,
Ons droevigh klaghen.
| |
[pagina 119]
| |
2. Ghy die ons hebt u Kint ghepresen,
Ga naar margenootcGhegheven al uyt liefden groot,
Ga naar margenootdDie voor ons sterf den bitt'ren doodt,
En ons te helpen is Ga naar margenoote verresen,
Int Hemelsch wesen.
3. Ga naar margenootfOp dat wy souden sonder sneven
Vrede hebben met u divijn
T'samen als lieve Kinders fijn,
Ende ons oock daer toe begeven
Ga naar margenootgIn vreed' te leven.
4. Tot welcken ghy ons hebt beropen
Ga naar margenoothTot kinderen ghenomen aen,
Om inder vrede voort te gaen,
Ga naar margenootiEn onsen loop also te lopen,
Met een vast hopen.
5. Ga naar margenootkSatan, o Heer, wilt dit beletten
Ga naar margenootlHy zaeyt gestadich syn oncruyt
Waer uyt dat veel onvredes spruyt
Wilt u, o Heere by ons setten,
| |
[pagina 120]
| |
Eer wy verpletten.
5. Geeft ons doch Heere te betrachten,
Ga naar margenootmDes Vyandts boosen valschen schijn:
Dat hier nu al heet geestlijck zijn,
Op dat elck een uyt synen krachten
Hem doch mach wachten.
6. Een yeghelijck daer nae mach haken,
Hoe dat hy wel behaghen sal,
Ga naar margenootnSijnen naesten in goed voor al,
Op dat wy uyt de helsche kaken,
Ten Hemel raken.
7. O Godt, siet neder laet u payen
Ga naar margenootoHelpt ons eer wy gantsch gaen te grond
Dat bidden wy in dese stond,
Ga naar margenootpStilt bose winden, die int drayen
Om u huys wayen.
8. Wilt sulcken windt en Zee bedwinghen,
| |
[pagina 121]
| |
Datse rusten en wesen stil,
Op dat wy Heer na uwen wil
V schipken doch voor alle dingen
Ga naar margenootqTe lande bringhen.
9. O Stierman goet, seght uwe knechten,
Datse syn Ga naar margenootr eenmoedich ghesint
Genatuert na u lieve Kindt,
Leert haer met uwen Ga naar margenoots sweerden vechten
Als de gherechten.
10. Datse voor al den vrede Ga naar margenoott soecken
Onder u volck te houden vast,
Want strijden is een sware last,
Ga naar margenootuNiet twisten als des Wereldts kloecken,
Vyt haer hoecken.
11. Ga naar margenootx Datse u erfdeel uytverkoren,
T'samen houden by een gebrocht
Dat daer soo diere is Ga naar margenoot+ ghekocht
Door Christus roode Bloedt te vooren,
| |
[pagina 122]
| |
Vyt den versmooren.
12. Prince God Ga naar margenootz Vader komt te baten,
Dat is ons bidden int ghemeen
Dewijl ghy zijt ons Ga naar margenoota God alleen
So en wilt ons doch niet verlaten,
Vyt Charitaten
|
|