Een nieuw sangh-boeck, iuhoudende eenighe psalmen
(1650)–J. Sent– Auteursrechtvrij
[pagina 79]
| |
op de wijse: vanden 133. Psalm.
ONse Godt die Ga naar margenoota eenich zijdt int wesen,
Met uwen Ga naar margenootb Soon en Heyl'ghen Gheest ghepresen,
V loven wy van herten reyn
Die hier vergadert Ga naar margenootc zijn al int ghemeyn,
Voor u Ga naar margenootd goetdaden die ghy ons bewijst
Daerom ist recht datmen u prijst.
2. Hoe souden wy u Heer niet dancbaer Ga naar margenoote wesen,
Daer ons u Woordt soo klaer is
Dewelck ons vercondicht is voorwaer,
So wy ghehoort hebben int openbaer
Dies loven wy Heer, uwen heylghen naem,
Met onse stemmen al te saem.
3. Lof, eer en danck zy u Vader Ga naar margenootf verheven,
| |
[pagina 80]
| |
En Christum dynen lieven Soon ghegheven,
Oock den heyligen Geest seer wijs
Die t'samen zijt, een eenich Ga naar margenootgGod propijs,
T' is recht dat onse Ga naar margenooth Ziel u lof verbreyt
Van nu aen tot in Ga naar margenooti eeuwicheyt.
|
|