Twintig jaar Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde. Een terugblik

(1996)–Jan Segers– rechtenstatus

Twintig jaar Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde. (1975-1995) Een terugblik.

Het is een goede gewoonte om, bij gelegenheid van een lustrum van een vereniging, even stil te staan en een balans op te maken van de tijd die voorbij is, niet om in de toekomst alleen nog in zelfbewondering te blijven kijken naar wat gepresteerd en verwezenlijkt werd, maar om, aan de hand van de plannen en doelstellingen, eens terug te blikken op de voorbije jaren en te zien in hoever die plannen en doelstellingen verwezenlijkt werden en welke gevolgen dat kan hebben voor de toekomstige werking van de vereniging.

De Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde V.Z.W. viert bij gelegenheid van haar eenentwintigste congres op 18 november 1995 te Rolduc haar twintigjarig bestaan. Dit kan eigenaardig klinken, maar het is het toch niet. De Vereniging is immers gesticht op het eerste Congres, op 11 oktober 1975 te Bokrijk. Het spreekt vanzelf dat, in de loop van het voorafgaande half jaar, enkele voorbereidende vergaderingen gehouden werden door een groep van een zestal personen, nl. Prof. J. Goossens, A. Stevens, D. Fagot, G. Winnen, J. Molemans en J. Cajot.

Tijdens het stichtingscongres van Bokrijk werden een aantal lezingen gehouden, maar werd tevens, tijdens de eerste huishoudelijke vergadering, overgegaan tot de stichting van een feitelijke vereniging met de naam ‘Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde’, het lidgeld werd vastgesteld op 350 BEF of 20 NLG en het eerste bestuur werd verkozen. De samenstelling van het eerste bestuur was als volgt:

Voorzitter: Prof. Dr. Jan Goossens,

Secretaris: Dr. Jos. Molemans,

Penningmeester: José Cajot,

Leden: Max de Bruin, Desiré Fagot, Dorothée Janssen, Jan Segers, André Stevens, Simon Van de Velde, Gustaaf Winnen.

Het bestuur kreeg als opdracht om, binnen het jaar, de op het congres geformuleerde plannen en doelstellingen om te zetten in statuten, die dan bij het tweede congres in Dilsen door de Algemene Vergadering konden worden goedgekeurd. Aldus geschiedde. De statuten van de feitelijke vereniging werden opgesteld en tijdens het volgende congres goedgekeurd. De tekst van de statuten delen wij mee in Bijlage I.

Ondertussen werd ook het tweede congres inhoudelijk en organisatorisch voorbereid. In Bijlage II geven wij een overzicht van de congressen die de vereniging reeds heeft ingericht, met de data, de congresplaatsen en vanaf het vierde congres de thema's die behandeld werden.

Op 12 maart 1983 werd de feitelijke vereniging omgevormd tot een V.Z.W.

Als doelstelling werd vanaf de stichting vooropgesteld ‘een bijdrage te leveren tot en het bevorderen van het dialectologische en naamkundige onderzoek in het Limburgs sprekende gebied’. Om deze doelstelling te bereiken kon de Vereniging alle middelen gebruiken die het bestuur nodig achtte. o.a. ‘het organiseren van vormingsdagen, colloquia en congressen, het houden van wetenschappelijke enquêtes, het verspreiden van publikaties, enz.’

Welke middelen heeft de Vereniging gebruikt om de genoemde doelstellingen te bereiken?

Eerst en vooral werd jaarlijks een congres ingericht. De eerste twee congressen boden de deelnemers gewoon vier losse lezingen. Vanaf het derde ging men een andere weg op. Tijdens het derde congres te Neerpelt werd als test de namiddag gewijd aan de verschillende fasen in een toponymisch onderzoek: het verzamelen van het materiaal, het verklaren en interpreteren van toponiemen, het redigeren van het materiaal in de vorm van een artikel of een grotere publikatie en het tekenen van toponymische kaarten. Achteraf werd, aan de hand van een vragenlijst, gepeild naar de wensen en interesse van de aanwezigen i.v.m. doelstellingen en werking van de Vereniging.

Tijdens het vierde congres in 1978 te Elsloo werd voor de eerste keer een congres volledig gewijd aan één thema: sociolinguistiek en dialectologie. Het thema zelf was op dat ogenblik misschien een beetje omstreden, mede omwille van het in Nederlands-Limburg op dat ogenblik omstreden karakter van het zgn. Kerkrade-project, maar de formule sloeg aan. Vanaf dan stonden alle volgende congressen in het teken van één centraal thema. In 1979 en 1980 had de keuze van het thema te maken met de medeorganisatoren, respectievelijk de vereniging Land en Volk in de Kempen en de Nederlands-Limburgse Raad voor de Volkscultuur. Vandaar ook de thema's: De begrenzing van de Kempen, en Dialectwoordenboeken. Daarna werd het thema meestal toegesneden op de plaats waar het congres gehouden werd. Er is misschien één schijnbare uitzondering, het congres van 1988 in Voeren gewijd aan de slag bij Woeringen (1288) en de historische en culturele gevolgen. Maar Voeren werd gekozen omdat een gedeelte van de Voerstreek behoorde bij het hertogdom Limburg, waarvan de successie door de slag beslist werd. Aan dit congres werd ook een speciaal nummer in de Bijlagen gewijd (Bijlagen n^o 4: Woeringen en de oriëntatie van het Maasland).

De formule van een congres bestaat nu ongeveer uit: een historische inleiding tot de plaats waar het congres gehouden wordt, en daarbij normaal twee dialectologische en twee naamkundige lezingen in verband met de congresplaats of de directe omgeving. Een enkele keer kan ook al eens een lezing over een (historisch-)literair onderwerp geprogrammeerd worden, zoals te Borgloon, waar een lezing over ‘Borgloon en de Middelnederlandse letterkunde’ (Med. n^o 65) op het programma stond.

Dit blijkt toch wel een succesformule te zijn, want de publieke belangstelling groeit van jaar tot jaar en de congressen krijgen steeds meer weerklank in de pers, zowel regionaal als nationaal.

Vanaf het vierde congres werd nog een andere optie genomen. Vanaf dan congresseert de Vereniging afwisselend in Belgischen in Nederlands-Limburg. De Vereniging is nl. een heellim-

burgse vereniging, met leden aan beide zijden van de Maas. Daarom werd ook van bij de start ernaar gestreefd om bestuursleden uit beide provincies te hebben. Dit was aanvankelijk niet zo eenvoudig. Het initiatief was vanuit België gekomen en uit academische kringen, terwijl in Nederlands-Limburg de vereniging Veldeke bestond die ijverde voor de instandhouding van de dialecten, o.a. door het publiceren van dialectliteratuur. Daarom was er in het begin een beetje argwaan tegenover de Vereniging vanuit Nederlands-Limburgse hoek. (Ondertussen is die argwaan verdwenen en bestaat er een goede samenwerking met Veldeke). Toch werd bij de stichting één Nederlands-Limburger lid van het bestuur, Max de Bruin. Geleidelijk werd het aantal Nederlandse bestuursleden groter en nu is de verhouding praktisch 50/50. Bij de leden loopt het aantal Nederlandse leden nog iets achterop, maar het is vanaf de start langzaam gestegen en het bedraagt nu toch iets meer dan 1/3.

Van de optie om afwisselend in de twee provincies te congresseren werd slechts eenmaal afgeweken, nl. in 1988 in Voeren, maar dat had te maken met de aanleiding, de Slag bij Woeringen (1288). Het was een van onze meest succesrijke congressen.

Tegelijk werd voorzichtig gestart met de eerste publikaties in de reeks Medelingen van de Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde. Bijlage III geeft een overzicht van de publikaties die de VLDN tot nu toe in de reeks Mededelingen en in de latere reeks Bijlagen van de Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naankunde heeft laten verschijnen. In januari 1996 verschijnt een nieuw nummer in de reeks Bijlagen, nl. een reader met de belangrijkste, baanbrekende artikelen die in de loop van de laatste honderd jaar verschenen zijn over Limburgse dialectologie. Deze reader krijgt als titel Een Eeuw Limburgse Dialectologie en wordt gepubliceerd in samenwerking met Veldeke-Limburg. Veldeke start hiervoor een nieuwe reeks, nl. Veldeke Taalstudies.

Met de publikaties hing een andere optie samen: de min of meer evenredige verdeling over dialectologie en naamkunde. Dit was

niet altijd even gemakkelijk, enerzijds omdat de beoefenaars van de (historische) naamkunde niet zo talrijk zijn, anderzijds omdat een naamkundige studie meestal een langere aanloopperiode veronderstelt waarbij alleen maar materiaal verzameld wordt.

Aanvankelijk was het tempo van de Mededelingen laag. Dit had te maken met het ledenaantal, dat niet zo hoog was, en het feit dat het bestuur zijn weg nog moest zoeken in de eventuele subsidiemogelijkheden. Het geld ging voornamelijk naar congreskosten. Later werd het aantal en de omvang van de publikaties opgevoerd, mede omwille van de eisen van de subsidiërende overheden.

De eerste nummers van de Mededelingen waren meestal overdrukken van artikelen die elders verschenen waren. Geleidelijk werd overgegaan tot het publiceren van nieuwe studies die nog nergens anders gepubliceerd waren.

Naast de congressen en de publikaties heeft de Vereniging ook reeds snel voor leden en sympatisanten vormingssessies en colloquia en symposia ingericht. De eerste aanloop gebeurde tijdens het congres van 1977 te Neerpelt, zoals boven reeds gemeld. Het congres van 1978 te Elsloo was dan gewijd aan de relatie tussen sociolinguistiek en dialectologie. Het congres van 1979 te Maastricht handelde over dialectwoordenboeken. Daar werd enerzijds een balans opgemaakt van wat er op dat gebied over Limburg en Limburgse plaatsen verschenen was, en anderzijds vertelden een aantal schrijvers van dialectwoordenboeken uit de werkplaats van de woordenboekmaker.

Tijdens het najaar van 1978 en het voorjaar van 1979 verzorgde de Vereniging in samenwerking met het PUC te Diepenbeek een lessencyclus van 10 zaterdagen over naamkunde en drie jaar later een gelijkaardige cyclus over dialectologie. Telkens volgden een vijftigtal cursisten de lessen.

Op vraag van cursusdeelnemers werd later overgeschakeld op

eendaagse symposia, telkens gewijd aan één thema:

-	14/03/1987: Dialect en Algemeen Nederlands
-	22/04/1989: Gescheiden van taal en van wet (naar aanleiding van 150 jaar scheiding van de beide Limburgen)
-	20/04/1991: Inleiding tot de historische toponymie
-	19/03/1994: Hoe maak ik een dialectwoordenboek?

De teksten van deze symposia werden telkens in de Mededelingen gepubliceerd en/of als afzonderlijke syllabus ter beschikking gesteld.

Een belangrijk onderdeel van onze werking is ook de dienstverlening aan leden en verenigingen. Jaarlijks worden een reeks brieven en telefoons beantwoord van leden en verenigingen die begeleiding nodig hebben bij of informatie nodig hebben voor eigen onderzoek of werking.

De Vereniging werkt ook mee aan initiatieven van andere verenigingen. Zo is de Vereniging telkens aanwezig met een stand op de Interlimburgse Boekenbeurs die tweejaarlijks wordt ingericht (de laatste jaren telkens in Maaseik). Voor twee jaar kreeg de Vereniging de P. Sangersprijs, die bij die gelegenheid wordt toegekend. Ook op de Nederlandse-Dialectendag, die reeds een aantal keren te 's Hertogenbosch werd ingericht, was de Vereniging telkens aanwezig. Een aantal van onze (bestuurs)leden zijn trouwens medeinrichters van deze dag en hebben een aantal workshops en delen van het Dialectenboek dat telkens verschijnt, voor hun rekening genomen.

Ook voor het organiseren van congressen en symposia werd regelmatig samenwerking gezocht met verenigingen: Land en Volk in de Kempen, de Raad voor de Volkscultuur van Nederlands-Limburg, Het PUC, het cultuurcentrum het Veltmanshuis te Voeren, het Amt für Rheinische Landeskunde, Museum Kempenland te Lommel, Veldeke-Limburg, plaatselijke heemkundige kringen.

Leden en bestuursleden kregen diverse prijzen voor hun dialec-

tologisch en naamkundig werk of voor hun algemeen-culturele activiteiten. De diverse Limburgse prijzen (Veldeke-Leeënprijs, Bormansprijs, enz.) gingen naar een aantal (bestuurs)leden. Ook internationaal werden aan hen prijzen uitgereikt. Een speciale vermelding verdient misschien wel de Rheinlandtaler, uitgereikt door het Landschaftsverband Rheinland, die reeds aan drie leden werd toegekend, nl. aan Pierre Backes (Roermond), Jaak Nyssen (Voeren) en Frans Walraven (Sittard, vooral voor zijn activiteiten als voorzitter van Veldeke-Limburg, maar die tevens hard gewerkt heeft voor de samenwerking tussen Veldeke en de Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde V.Z.W.)

Besluit

Wanneer wij de werking afwegen tegenover de doelstellingen en plannen, mogen wij zeggen dat de balans zeer positief is. Het aantal initiatieven en de weerklank die zij hebben in de pers. bij de geinteresseerde leek, maar ook bij de vakgenoten. stemt tot tevredenheid. De lange lijst van publikaties en de plannen die terzake bestaan, spreken voor zich. En dat alles werd gerealizeerd met een contributie die sedert de stichting praktisch gelijk bleef op het originele bedrag van 350 BEF of 20 NLG. Alleen werd op een bepaald ogenblik het bedrag in BEF opgetrokken tot 360 BEF omwille van de gewijzigde wisselkoersen van de BEF en de NLG.

Alleen van de oorspronkelijke plannen om ook eigen vragenlijsten te verspreiden kwam niets of weinig in huis. Is die tijd voorbij?

Voor de congressen en symposia heeft de Vereniging blijkbaar een succesformule gevonden en brengt ze thema's die aanslaan. Waar de publikaties aanvankelijk veel overdrukken brachten, worden nu meestal nieuwe bijdragen gepubliceerd, die daarenboven nogal eens lijviger zijn dan vroeger. Om lijviger studies te kunnen publiceren werd ook de reeks Bijlagen in het leven geroepen.

Op die manier draagt de Vereniging bij tot het verspreiden van een aantal inzichten uit dialectologie en naamkunde, en levert

de leden tevens een aantal vademecums en kleinere voorbeeldstudies die zij voor hun eigen gemeente kunnen navolgen. Via lessenreeksen en symposia tracht de Vereniging er voor te zorgen dat materiaalverzamelingen die leden op die manier plaatselijk maken voldoen aan een aantal eisen die het mogelijk maken dat het materiaal later voor wetenschappelijke doeleinden kan gebruikt worden.

Bijlage I: Statuten van de feitelijke vereniging Statuten van de v.z.w.

Statuten van de Vereniging voor Limburgse Dialekt- en Naamkunde

TITEL 1	- NAAM, ZETEL, DOEL, DUUR
Art. 1:	De naam van de organisatie is Vereniging voor Limburgse Dialekt- en Naamkunde.
Art. 2:	De Vereniging is gevestigd te Hasselt.
Art. 3:	De Vereniging heeft als doel: Een bijdrage te leveren tot en het bevorderen van het dialektologisch en naamkundig onderzoek in het Limburgs sprekende gebied. Hiertoe gebruikt de Vereniging alle middelen die ze nodig acht, zoals het organiseren van vormingsdagen, colloquia en congressen, het houden van wetenschappelijke enquêtes, het verspreiden van publikaties enz.
Art. 4:	De Vereniging is voor een onbepaalde duur opgericht.

TITEL 2	- LEDEN: AANNEMING, ONTSLAG, VERPLICHTINGEN
Art. 5:	Het aantal leden is onbeperkt.
Art. 6:	Alle belangstellenden kunnen lid worden van de Vereniging.
Art. 7:	De leden betalen een jaarlijkse bijdrage, waarvan het bedrag door de Algemene Vergadering wordt vastgesteld.
Art. 8:	Door het betalen van de jaarlijkse bijdrage verklaren de leden zich akkoord met de statuten en het reglement van inwendige orde van de Vereniging.
Art. 9:	Het lidmaatschap eindigt a) door overlijden, b) door ontslagneming of c) door uitsluiting.
Art. 10:	Een lid kan worden uitgesloten wegens wanbetaling of wangedrag. De uitsluiting van een lid wegens wangedrag kan enkel door de Algemene Vergadering met twee derde der aanwezige stemmen uitgesproken worden.
Art. 11:	Een lid dat ontslag neemt of dat uitgesloten wordt heeft geen enkel recht tegenover de Vereniging en kan nooit de teruggave eisen van de door hem betaalde bijdragen.

PROGRAMMA

1.	21 oktober 1978: Archiefwezen en archiefonderzoek
2.	18 november 1978: Paleografie (drs. J. GRAUWELS - lic. E. HOUTMAN)
3.	2 december 1978: Materiaalverzameling, historisch en uit de volksmond, transcriptie - tevens inleiding tot de toponymie (dr. J. MOLEMANS)
4.	16 december 1978: Toponymie en landschapsrekonstruktie (historische kaarten, andere methoden)

PROGRAMMA

1.	24 oktober 1981: José CAJOT: Inventaris van de Limburgse dialectologie.
2.	7 november 1981: Pieter GOOSSENS: Spellen van Limburgse dialecten.
3.	21 november 1981: Jan BOSMANS: Hoe kunnen de klanken van een dialect beschreven worden? (Fonologie)
4.	5 december 1981: Jan SEGERS Hoe kan de woordvorm van een dialect beschreven worden? (Morfologie)

Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde

Uitnodiging tot het Colloquium

‘Hoe maak ik een dialectwoordenboek?’

zaterdag 19 maart 1994

Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde Statuten:

De ondergetekenden:

1.	Cajot José, leraar, Mombeekdreef 18, 3500 HASSELT
2.	Goossens Jan, hoogleraar, Egenhovenweg 45/71, 3030 HEVERLEE
3.	Janssen Thea, lerares, Grote Steenweg 118, 3350 LINTER
4.	Segers Jan, leraar, Sparrenhof 13, 3290 DIEST
5.	Stevens André, ere-leraar, Astridlaan 86, 3700 TONGEREN
6.	Wouters Arthur, eerste producer BRT-Limburg, Castersstraat 104, 3500 HASSELT allen van Belgische nationaliteit, en
7.	De Bruin Max, leraar, Beekstraat 94, 6166 CC GELEEN, Nederland van Nederlandse nationaliteit,

hebben in gemeen overleg beslist onder elkaar een vereniging zonder winstoogmerk op te richten overeenkomstig de wet van 27 juni 1921, waarvan de statuten hierna volgen.

I.	Benaming, zetel, doelstellingen, duur.
Art. 1.	De naam van de vereniging is VERENIGING VOOR LIMBURGSE DIALECT- EN NAAMKUNDE De vereniging is gevestigd te Hasselt.
Art. 2.	De vereniging heeft als doel: een bijdrage te leveren tot en het bevorderen van het dialectologische en naamkundig onderzoek in het Limburgs sprekende gebied. Hiertoe gebruikt de vereniging alle middelen die ze nodig acht zoals het organiseren van vormingsdagen, colloquia en congressen, het houden van wetenschappelijke enquêtes, het verspreiden van publikaties, enz...
Art. 3.	De vereniging wordt voor een onbepaalde duur opgericht.

II.	Leden en bijdragen.
Art. 4.	Het aantal leden is onbeperkt, doch mag niet lager zijn dan drie.
Art. 5.	In principe kunnen alle belangstellende personen en groepen lid worden van de vereniging. Nieuwe leden worden aanvaard door een beslissing van de Raad van Beheer.
Art. 6.	De leden betalen een jaarlijkse bijdragen, waarvan het bedrag door de algemene vergadering wordt vastgesteld. De ledenbijdrage mag echter de 1.000,BF niet overschrijden.
Art. 7.	Ieder lid is vrij uit de vereniging te treden. Hiertoe dient het zijn ontslag per aangetekend schrijven te richten aan de beheerders. Het lid dat zijn bijdrage niet betaalt binnen de door de raad van beheer vastgestelde termijn wordt beschouwd als ontslagnemend. Het lidmaatschap eindigt eveneens bij overlijden of door uitsluiting. Om geldig te zijn moet de uitsluiting vermeld staan op de agenda van de algemene vergadering en met minstens twee derde der aanwezige stemmen uitgesproken worden. De beslissing zal door de raad van beheer binnen de dertig dagen aan de belanghebbende betekend worden.
Art. 8.	Een lid dat ontslag genomen heeft of uitgesloten werd kan geen enkel recht doen gelden op het maatschappelijk bezit van de vereniging. Het kan ook geen terugbetaling eisen van de bijdragen die het gestort heeft.

Art. 9.	Principieel hebben de leden geen recht op enige bezoldiging. De raad van beheer kan nochtans een vergoeding vaststellen voor bepaalde mandatarissen. De winsten die door de vereniging gemaakt worden mogen niet aan de leden worden uitgekeerd. Zij blijven bezit van de vereniging en worden uitsluitend aangewend voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de vereniging. De bepalingen van dit artikel kunnen niet ingeroepen worden tegen een lid-beheerder of een ander lid dat tengevolge van verkoop, lening of anderszins schuldeiser van de vereniging zou geworden zijn. Een lid-schuldeiser van de vereniging zal tegenover haar dezelfde rechten hebben als iedere andere schuldeiser.

III.	Algemene vergadering.
Art. 10.	De algemene vergadering is het soevereine gezag van de vereniging. Tot de bevoegdheid van de algemene vergadering behoren: 1. De benoeming en afzetting van de leden van de raad van beheer. 2. de wijziging of de aanpassing van de statuten. 3. de goedkeuring van de begrotingen en rekeningen. 4. de vrijwillige ontbinding van de vereniging. 5. de uitsluiting van leden. 6. het uitvaardigen, op voordracht van de raad van beheer, van alle huishoudelijke reglementen die zij nodig oordeelt. 7. het beraadslagen en beslissen in alle aangelegenheden die de vereniging aanbelangen.
Art. 11.	De raad van beheer roept minstens eenmaal per jaar de algemene vergadering samen. De uitnodigingen met agenda worden tenminste twee weken vooraf verstuurd en worden ondertekend door de voorzitter of zijn plaatsvervanger. De vergadering mag beraadslagen over punten die niet op de agenda voorkomen op voorwaarde dat deze punten, met redenen omkleed, vóór de aanvang van de vergadering door tenminste twee leden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend. Een buitengewone algemene vergadering mag gehouden worden, wanneer de voorzitter of de meerderheid van de bestuursleden dit noodzakelijk acht. Zij moet gehouden worden wanneer één vijfde van de leden erom vraagt. Bij de uitnodiging tot een buitengewone algemene vergadering moet een gemotiveerde agenda gevoegd worden.
Art. 12.	De algemene vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van beheer of bij afwezigheid of belet van deze laatste door een vervanger aangeduid door de raad van beheer.
Art. 13.	Alle leden hebben het recht de algemene vergaderingen bij te wonen en ieder lid beschikt over één stem. Een lid mag zich laten vertegenwoordigen door een mandataris, zelf lid van de vereniging en houder van een geschreven volmacht. De volmachtdrager mag slechts één lid vertegenwoordigen.
Art. 14.	De vergadering neemt haar beslissingen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij gelijkheid van stemmen is die van de voorzitter beslissend. Inzake de wijziging van de statuten, uitsluiting van leden of vrijwillige ontbinding van de vereniging kunnen slechts geldige beslissingen genomen worden, indien aan de voorwaarden inzake aanwezigheid, meerderjarigheid en, zo nodig, rechterlijke homologatie vereist door artikels twaalf en twintig van de wet, is voldaan.

IV.	Beheer en dagelijks bestuur.
Art. 15.	De vereniging wordt beheerd door een raad van beheer, gekozen door de algemene vergadering. De algemene vergadering kiest uit haar leden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester en daarbuiten nog maximaal tien andere beheerders. De eerste beheerders worden bij de oprichting aangeduid. De duur van het mandaat van beheerder is vastgesteld op zes jaar, behalve voor de eerste beheerders. Voor hen zal het mandaat een duurtijd van drie of zes jaar hebben volgens een door middel van loting te bepalen onderlinge verdeling, met dien verstande dat voorzitter en secretaris nooit gelijktijdig aftreden.

	Alle uittredende beheerders zijn herkiesbaar. Een tijdens een bestuursperiode ontstane vakature kan op de eerstvolgende algemene vergadering aangevuld worden. Dit moet gebeuren, indien door de ontstane vakature het aantal beheerders lager dan drie wordt. Het mandaat van de uittredende beheerders houdt op onmiddellijk na de vergadering die besliste over de herverkiezing. Het mandaat eindigt eveneens door overlijden, ontslag, uitsluiting, verlies van lidmaatschap. Indien de mandaten van de beheerders niet op het voorziene tijdstip vernieuwd worden, blijven zij in functie tot in hun herverkiezing of vervanging is voorzien. Indien de voorzitter afwezig is, worden zijn functies waargenomen door een vervanger aangeduid door de raad van beheer.
Art. 16.	De voorzitter roept de raad van beheer tenminste éénmaal per jaar bijeen. Verder kan hij de raad van beheer bijeenroepen a) als hij het nodig acht b) als twee leden van de raad erom verzoeken c) als een vijfde van de leden van de vereniging erom verzoekt. De uitnodigingen voor de vergadering van de raad van beheer worden, samen met de agenda, tenminste twee weken vooraf verstuurd. De beslissingen van de raad van beheer worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen der aanwezigen. De raad van beheer beraadslaagt alleen over punten vermeld in de agenda behoudens unanieme beslissing van de aanwezige beheerders.
Art. 17.	De taken van de raad van beheer zijn: 1. het voorbereiden van de algemene vergadering 2. het stimuleren, coördineren en ondersteunen van het wetenschappelijk onderzoek van de leden 3. het nemen van initiatieven tot wetenschappelijk onderzoek 4. het bevorderen van de publikatie van wetenschappelijk onderzoek
Art. 18.	De beheerders hebben geen persoonlijke verplichtingen op grond van de verbintenissen die door de vereniging of namens de vereniging door de raad van beheer worden aangegaan. Zij zijn enkel verantwoordelijk voor het uitvoeren van hun opdracht. De goedkeuring van de rekeningen door de algemene vergadering geldt tevens als decharge van de leden van de raad van beheer.

V.	Rekeningen en begrotingen
Art. 19.	Elk jaar worden, voor de statutaire algemene vergadering, de rekeningen van het verlopen dienstjaar afgesloten en wordt de begroting voor het volgende dienstjaar opgemaakt. Beide worden onderworpen aan de goedkeuring van de gewone algemene vergadering.

VI.	Ontbinding
Art. 20.	Bij de ontbinding van de vereniging zal haar bezit worden overgemaakt aan een instelling of vereniging waarvan het doel, volgens de raad van beheer, het best overeenstemt met het doel van onderhavige vereniging.
Art. 21.	Voor alle gevallen die niet door deze statuten voorzien zijn, zijn de bepalingen van de wet van 27 juni 1921 toepasselijk.

Aanstelling van de eerste raad van beheer

Onmiddellijk na de oprichting van de vereniging zonder winstoogmerk:

‘Vereniging voor Limburgse dialect- en naamkunde, V.Z.W.’ zijn de stichters in buitengewone algemene vergadering bijeengekomen en hebben, in uitvoering van artikel 15 van de statuten van de vereniging, als leden van de raad van beheer aangesteld:

Voorzitter: Goossens Jan

Secretaris: Segers Jan

Penningmeester: Cajot José

Leden:
De Bruin Max
Janssen Thea
Stevens André
Wouters Arthur

Opgemaakt te Hasselt, op 12 maart 1983, in tien exemplaren en ondertekend door de stichters.

J. Goossens,

J. Segers,

J. Cajot,

M. De Bruin,

Tjh. Janssen,

A. Stevens,

A. Wouters,

Bijlage II: Lijst van de congressen met datum, plaats en thema

11-10-75	Bokrijk
16-10-76	Dilsen
08-10-77	Neerpelt
30-09-78	Elsloo	Sociolinguistiek en dialectologie
15-09-79	Neerpelt	De begrenzing van de Kempen
04-10-80	Maastricht	Dialectwoordenboeken
17-10-81	Houthalen	Het land van Vogelsanck
13-11-82	Heerlen	Taalgrensvorming in Zuid-Limburg
29-10-83	Bilzen	Dialecten en naamgeving in Haspengouw
27-10-84	Weert	Dialecten en namen in het land van Weert
16-11-85	Neeroeteren	Dialecten en namen in de Oetervallei
15-11-86	Hasselt	Taal en maatschappij in Limburg van de 18e tot de 20e eeuw
14-11-87	Limbricht	Taal en volksgebruiken rond de huisslacht in Limburg
18-11-88	St.-Martens-Voeren	Woeringen en de oriëntatie van het Maasland
04-11-89	Maastricht	Scheiding van taal en wet
24-11-90	Lommel	Lommel(s): Brabant(s) in Limburg
23-11-91	Meijel	Op de grens van het Limburgs, Brabants en Nederrijns
21-11-92	Borgloon	Het Lonerland in taal en cultuurgeschiedenis
27-11-93	Roermond	Taal en geschiedenis aan Maas en Roer
22-10-94	Stokkem	Stokkem in taal en geschiedenis
18-11-95	Kerkrade	Taal en geschiedenis in het Land van Rode

Bijlage III: Overzicht van de publikaties

Publikaties van de VLDN (* niet meer in voorraad)

1. Mededelingen van de VLDN

1.	J. MOLEMANS, Mensen, namen en nummers, 1975, 20 blz., 60 BEF-3,25 NLG.
*2.	J. GOOSSENS, In memoriam Jozef Leenen, 1976, 7 blz.
3.	J. LIJNEN, Enkele uitdrukkingen en woorden uit het dialect van Romershoven, 1977, 8 blz., 25 BEF-1,50 NLG.
*4.	J. CAJOT, De rijksgrens tussen beide Limburgen als taalgrens, 1977, 15 blz.
5.	W. VAN LANGENDONCK, Bijnamen en familienamen, 1977, 15 blz., 45 BEF-1,75 NLG.
*6.	J. MOLEMANS, Profiel van de Kempische toponymie, 1977, 50 Blz.
*7.	A. SCHRIJNEMAKERS, Problemen rond de plaatsnamen Venray en Margraten (Ned. Limburg), 1977, 18 blz., 55 BEF-3,00 NLG.
8.	J. GOOSSENS, Dommellandse woorden, 1978, 15 blz., 45 BEF-2,50 NLG.
9.	A. STEVENS, Struktuur en historische ondergrond van het Haspengouwse taallandschap, 1978, 20 blz., 60 BEF 3,25 NLG.
10.	J. GOOSSENS, De tweede auslautverscherping, 1978, 23 blz., 70 BEF-4,00 NLG.
11.	V. MENNEN, Toponymische kanttekeningen bij twee abdijhoeven van Averbode te Lommel, 1978, 23 blz., 70 BEF-4,00 NLG.
12.	W. VAN LANGENDONCK, De persoonsnaamgeving in een Zuidbrabants dialekt, deel I, de synchronische en diachronische komponenten, 1978, 66 blz., 190 BEF-10,50 NLG.
13.	ID., deel II: de sociolinguistische komponent, 1978, 36 blz., 110 BEF-6,00 NLG.
*14.	J. GOOSSENS, Naar een Nederlandse familienamengeografie, 1979, 23 blz. + 8 uitsl. kaarten, 120 BEF-6,50 NLG.
*15.	J. REMANS, Genker spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen, 1979, 42 blz.
*16.	J. GOOSSENS, Dialectologie en taalvariatie, 1979, 19 blz.
17.	K. ROELANDTS, Vertrouwelijke naamgeving, 1979, 19 blz., 60 BEF-3,25 NLG.
18.	Referaten rond het thema ‘Sociolinguistiek en dialectologie’ (Symposium Elsloo, 30 september 1978), 54 blz., 160 BEF-8,75 NLG.
19.	J. MOLEMANS, Toponymie van Wijchmaal, 1979, 60 blz. + uitsl. kaart, 200 BEF-11,00 NLG.
*20.	Referaten rond het thema ‘Dialectwoordenboeken’ (Symposium Maastricht, 4 oktober 1980), 52 blz.
21.	J. VAN LOON, Morfeemgeografie van de Nederlandse herkomstnamen, 1981, 38 blz. + uitsl. kaart, 130 BEF-7,25 NLG.
*22.	A. STEVENS, Leidraad bij de straatnaamgeving en -wijziging, 130 BEF-7,25 NLG.
23.	J. MOLEMANS (ed.), Referaten van het zevende congres: Hengelhoef 17 oktober 1981, 48 blz., 150 BEF-8,25 NLG.
24.	J. REMANS, Genker spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen II, 16 blz., 40 BEF-2,25 NLG.
25.	E. PAULISSEN e.a., De begrenzing van de Kempen, 30 blz., 120 BEF-6,25 NLG.
26.	J. SEGERS (ed.), Taalgrensvorming in Zuid-Limburg, 36 blz., + 9 kaarten, 140 BEF-7,75 NLG.
27.	J. SEGERS (ed.), Dialecten en naamgeving in Haspengouw, 54 blz., 170 BEF-9,50 NLG.
28.	F. CLAES, Driestoponiemen in de streek van Diest. J. MOLEMANS, Erfnamen functioneler dan familienamen in oostelijk Belgisch Limburg, 17 blz., 55 BEF-3,00 NLG.

29.	J. GOOSSENS, Die Herausbildung der deutsch-niederländischen Sprachgrenze. Ergebnisse und Desiderata. Met samenvatting in het Nederlands, 24 blz., 75 BEF-4,25 NLG.
30.	J. MOLEMANS EN J. BURNY, De jeneverstruik in de Kempen en de naam Wechelderzande, 12 blz., 30 BEF-1,75 NLG.
31.	J. CAJOT, Het Limburgs dialect van de Voerenaren, 1985, 12 blz., 40 BEF-2,25 NLG.
32.	J. GOOSSENS, Daas ‘Paardevlieg’ en zijn varianten in de Nederlandse en Nederduitse dialecten, 1985, 13 blz., 50 BEF-2,75 NLG.
33.	J. GOOSSENS, De Nederlandse verwanten van Oostnederduits Pede ‘Elitrigia repens’, 1985, 13 blz. + 2 kaarten, 55 BEF-5,00 NLG.
34.	A. STEVENS, Pronominale isomorfen in Belgisch-Limburg I, 1985, 23 blz., 75 BEF-4,25 NLG.
35.	M. BOONEN, Huisnamen. Ontstaan en morfologie, 1986, 14 blz., 45 BEF-2,25 NLG.
36.	J. MOLEMANS, Naamgevingsfactoren in de Kempische toponymie, geïllustreerd aan Opglabbeek, 1986, 25 blz. + kaart, 85 BEF-4,75 NLG.
37.	F. CLAES, Desiré Claes als taalkundige, 1986, 8 blz., 25 BEF-1,50 NLG.
38.	J. SEGERS, Waternamen in de Oetervallei, met name te Neeroeteren, 1986, 26 blz., 85 BEF-4,75 NLG.
39.	J.G.W. VAN DE WOUW, Tendenzen in de klankontwikkeling van het Weertlands, 1986, 18 blz., 60 BEF-3,25 NLG.
40.	X. STAELENS, Stadhasselts en ‘Boerenhasselts’, 1987, 8 blz., 25 BEF-1,50 NLG.
41.	S. MINTEN, De evolutie van de woordenschat in het Hasselts dialect, 1987, 14 blz., 40 BEF-2,25 NLG.
*42.	J. GOOSSENS, Het gebruik van dialect en Algemeen Nederlands en de evolutie ervan, 1987, 24 blz., 75 BEF-4,25 NLG.
*43.	H. CROMPVOETS, Dialect en standaardtaal in Nederlands-Limburg, 1987, 22 blz., 70 BEF.
*44.	X. STAELENS, Van taal naar toal en van toal naar taal, 1988, 14 blz., 40 BEF-2,25 NLG.
45.	H. CROMPVOETS, Huisslachtbenamingen in Nederlands Limburg, 1988, 10 blz., 30 BEF-1,75 NLG.
46.	J. GOOSSENS, De woordenschat van een Belgisch-Limburgse varkenskermis, 1988, 15 blz. + 18 kaarten, 125 BEF-7,00 NLG.
47.	J.M. VERHOEF, Iets over Limburgse familienamen afgeleid van beroepsaanduidingen, met speciale aandacht voor het slagersberoep, 1988, 10 blz., 30 BEF-1,75 NLG.
48.	J. GOOSSENS, Schets van de meervoudsvorming der substantieven in de Nederlandse dialecten, 1988, 33 blz., 100 BEF-5,55 NLG.
49.	G. DE VOS, Voornaamgeving in de beide Limburgen sinds 1839, 1989, 24 blz., 75 BEF-4,25 NLG.
50.	J. GOOSSENS, Woordgeografie van nominale ellipsen bij taalcontacten, 1989, 17 blz., 55 BEF-3,00 NLG.
51.	T. VAN DEN WIJNGAARD EN H. CROMPVOETS, Mijnwerkersterminologie in de beide Limburgen: meer verscheidenheid dan eenheid, 1989, 20 blz., 60 BEF-3,25 NLG.
52.	J. GOOSSENS, De geografie van de Limburgse successieoorlog bij Jan van Heelu, 1989, 12 blz., 30 BEF-1,75 NLG.
53.	M. DE BRUIJN EN D. JANSSEN, Honderdvijftig jaar Nederlands in Westen Oostlimburgse kranten, 1989, 35 blz., 110 BEF-6,00 NLG.
54.	V. MENNEN, Straatnaamgeving in Vlaanderen en Nederland, 1990, 12 blz., 40 BEF-2,25 NLG.
55.	V. MENNEN, Fusie of gemeentelijke herindeling in de beide Limburgen, 1990, 19 blz., 60 BEF-3,25 NLG.

56.	J. KRUIJSEN, Lommel en Limburg, een dialektometrische verkenning, 1990, 21 blz., 65 BEF-3,65 NLG.
57.	A. STEVENS, Van Miegelrak tot Miezerik, 1990, 7 blz., 25 BEF-1,50 NLG.
58.	V. MENNEN, Naamgevingsfactoren en naamgevingstypen, 1990, 19 blz., 60 BEF-3,25 NLG.
59.	J. JANSSEN, Het Lommels als grensdialect, 1991, 16 blz., 50 BEF-2,80 NLG.
60.	J. GOOSSENS, De nieuwe fragmenten van Hendrik van Veldekes Sente Servas, 1991, 17 blz., 55 BEF-3,00 NLG.
61.	H. CROMPVOETS, Meijel: dialectologisch een scharnier en tevens een zwart gat, 1991, 19 blz., 60 BEF-3,25 NLG.
62.	J. LUCASSEN, Geschiedenis en dialectologie: het geval Meijel, 1991, 18 blz., 60 BEF-3,25 NLG.
63.	J. LEENEN, Dialecten in Belgisch-Limburg, 1991, 18 blz., 60 BEF-3,25 NLG.
64.	J. KRUIJSEN, Romaanse leenwoorden in Haspengouw, 1992, 20 blz., 60 BEF-3,25 NLG.
65.	J. GOOSSENS, Borgloon en de Middelnederlandse letterkunde, 1992, 24 blz., 75 BEF-4,25 NLG.
66.	J. MOLEMANS, Meting van de heerlijkheid Gruitrode-Solt (1792-1794), 1992, 55 blz., 170 BEF-9,25 NLG.
67.	J. GOOSSENS, De molenaar in het Limburgs dialect, 1992, 5 blz., 15 BEF-0,90 NLG.
68.	J. MOLEMANS, Loon tussen Brabant en Luik. Teloorgang en toch behoud van eigen identiteit, 1992, 13 blz., 40 BEF-2,25 NLG.
69.	V. MENNEN, Interpretatie van toponiemen, 1993, 27 blz., 85 BEF-4,75 NLG.
70.	J. GOOSSENS, Dialecten in het centrale Zuidnederlandse stedennetwerk, 1993, 19 blz., 60 BEF-3,25 NLG.
71.	H. CROMPVOETS, Het lemma in het Woordenboek van de Limburgse Dialecten, 1993, 14 blz., 45 BEF-2,50 NLG.
72.	J. GOOSSENS, Hulde aan André Stevens. Chronologische bibliografie van André Stevens, 1992, 9 blz., 30 BEF-1,75 NLG.
73.	J. SEGERS, Haspengouwse nederzettingsnamen. Een inleiding. I, 1993, 27 blz., 85 BEF-4,75 NLG.
74.	J. SEGERS, Haspengouwse naderzettingsnamen. Een inleiding. II, 1994, 23 blz., 75 BEF-4,25 NLG.
75.	V. MENNEN, De persoonsnaamgeving in het Lommels dialect, 1994, 26 blz., 85 BEF-4,75 NLG.
76.	A. MARYNISSEN, Limburgse familienamengeografie, 1994, 19 blz. + 41 kaarten, 120 BEF-6,50 NLG.
77.	XXX, In Memoriam Dr. Jos Molemans, 1995, 12 blz., 40 BEF-2,25 NLG.
78-79.	J. CAJOT (ed.), Hoe maak ik een dialectwoordenboek? Een handleiding voor Limburgers en anderen die dialectwoorden willen spellen, verzamelen en beschrijven, 1995, 83 blz., 300 BEF-16,00 NLG.
80.	H. CROMPVOETS, Het Stokkems in zijn dialectgeografisch verband, 1995, 22 blz., 70 BEF-4,00 NLG.
81.	V. MENNEN, Stokkem en aanverwante plaatsnamen, 1995, 22 blz. + 34 kaarten, 120 BEF-6,50 NLG.
82.	R. BELEMANS, Stokkems dialect of Stokkemse dialecten?, 1995, 22 blz., 70 BEF-4,00 NLG.
83.	GEORG CORNELISSEN, De dialecten in de Duits-Nederlandse Roerstreek - grensdialectologisch bekeken. Lexikale, morfologische en taalsociologische verkenningen in het Posterholts en Karkens, 1995, 29 blz., 95 BEF-5,25 NLG.

2. Bijlagen van de VLDN

*1.	J. CAJOT EN H. BECKERS, Zur Diatopie der Deutschen Dialekte in Belgien, 1979, 68 blz., 200 BEF.
*2.	J. GOOSSENS, Middelnederlandse vocaalsystemen, 93 blz.
3.	J. GOOSSENS (ed.), Woeringen en de oriëntatie van het Maasland, 1988, 111 blz., 400 BEF.
4.	J. GOOSSENS, Die Servatiusbruchstücke. Mit einer Untersuchung und Edition der Fragmente Cgm 5249/18, 1b der Bayerischen Staatsbibliothek München, 1992, 65 blz., 250 BEF.
5.	J. CAJOT (ed.), Hoe maak ik een dialectwoordenboek? Een handleiding voor Limburgers en anderen die dialectwoorden willen spellen, verzamelen en beschrijven, 1994, 83 blz., 300 BEF-16,00 NLG.