Voorwoord
De samenwerking tussen sociologen en juristen wordt zeer vaak en op vele plaatsen wenselijk genoemd. Deze studie is het product van een dergelijke intensieve samenwerking tussen juristen en sociologen. Bovendien hebben wij gedurende het onderzoek zowel van sociologen als van juristen adviezen en begeleiding mogen ontvangen. Sociale wetenschappers hebben ons gesteund met hun technische en methodologische adviezen. Juristen hebben ons niet alleen gewezen op onbegrijpelijk sociaal-wetenschappelijk jargon, maar hebben ons tevens op fijnzinnige wijze juridische puntjes op de i laten zetten. Wij stellen er prijs op deze dubbele steun hier met name te noemen. Aan Mr. B.J. Asscher, Drs. R. Bergsma, Dr. O.W.M. Kamstra, Mr. W. Taekema, Mr. J. van Rijn van Alkemade, Drs. W. Scheepmaker en Mr. P. Verberne, leden van de begeleidingscommissie van ons onderzoek, zeggen wij hartelijk dank. Hoewel de discussies in de begeleidingscommissie soms alternerend voor de beoefenaren van één van de disciplines te specifiek werden, zijn de vergaderingen voor ons van veel nut geweest.
Drs. Chr. Haverman, adjunct-directeur van het Universitair Rekencentrum te Nijmegen, zijn wij erkentelijk voor zijn adviezen bij de computerverwerking. Deze adviezen hebben ons veel (reken)tijd bespaard.
Bij de uitvoering van het onderzoek zijn wij geholpen door onze collegae Paul van Wersch en Niels van Manen en door de student-assistenten Laurette Baten, Coen van Laer, Frans de Krijger, Harrie Zonderland en Leo Smeets. Vooral het werk van de student-assistenten maakt duidelijk, dat empirisch sociaal-wetenschappelijk onderzoek teamwerk is en teamgeest veronderstelt. De prettige wijze van samenwerken met hen heeft ons geleerd, dat het onderscheid tussen docenten en studenten soms erg willekeurig is. Aan allen zijn wij zeer veel dank verschuldigd.
In het voorwoord van veel boeken wordt verwezen naar ‘haar, zonder wie dit boek niet geschreven zou zijn’. Wij willen met deze traditie breken en vooral onze dank betuigen aan haar, zonder wie dit boek wel geschreven, maar nooit getypt en verschenen zou zijn. De wijze waarop Mieke Janssen onze verschrikkelijke handschriften en de ontelbare correcties en aanvullingen op elkaars handgeschreven teksten en de vele versies van de tekst tot een eindtekst heeft weten om te toveren, heeft onze bewondering gewekt. Zij deed dit bovendien zonder ook maar een ogenblik haar goede humeur en vrolijke opgewektheid te verliezen.
Onze dank gaat voorts uit naar de Minister van Justitie en naar de Universiteit van Nijmegen, die het onderzoek financieel mogelijk gemaakt hebben.
Tenslotte danken wij alle respondenten, die bereid zijn geweest hun medewerking te verlenen aan het onderzoek. Wij hopen dat hun stem in ons rapport doorklinkt.
mei 1976
Nijmegen
Berkeley, U.S.A.
Kees Schuyt
Kees Groenendijk
Ben Sloot