Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 3
(1765)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij
[pagina 260]
| |
[pagina 261]
| |
Beide.
Hemelsche Vader, wij val-len te voet,
Uw eeuwig' ontferming in't wigti - ge bloed.
Laat hel-le, noch sterven, noch grafzerk ons praamen.
Zoo zingen wij eeuwig, al reiend te samen.
Het groot Ha-le - lujah! het groot Hale - lujah!
Zingt Amen, ja Amen, A - - - - men!
|
|