Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 3(1765)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 250] [p. 250] Goël gezocht na 't zondig sluimeren. Waar is Goël heengegaan? 'k liet des nachts Hem buiten staan, die mij wekt. 'k Liet Hem klop - pen, en met drop - pen 't hair be - dekt. 't Heil - ge - loof dat ban-den slaakt, moet na't draa- len, Go - ël die uw sluim- ren wraakt, we - der - haa - - - len. Ik kwijn! ô Sa - - lems [pagina 251] [p. 251] reiën, de lief - de ziet gij schreiën: spreekt Go - - - ël aan. Ik sterf! wil Go - ël scheiën, dan is 't - - ge - daan. Stervende zult gij - in Go - ël herlee- ven. Go- ël verschijnt, Die het lee- ven wil gee - - - - ven. Vorige Volgende