Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 3(1765)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 228] [p. 228] Bethabara Verheerlijkt. Zie Gods Lam met's waerelds zon - den, Hebt gij schul - den, voelt gij won - den; En met Kanaans vloek be - laân. Zie het Lam naar't ou - - - ter gaan. 't Godslam hoort de doodstraf leezen, In 't geschonden Pa - - ra - dijs; 't Godslam wil het of - - fer wee - zen: Dat dees zoendag blij - - - der rijz'! [pagina 229] [p. 229] 'k Hoor't geheim van't Lam ver - - klaa - ren. Zwijg nu Landstroom: zwijgt, ô baa - - ren, Galmt de zoen - dag blij - - den vreê: Ruisch niet, Ga - - li - - lee - - sche zee! 'k Zal, ô GAD, uw erf - - deel zingen! 'k Zing U, laag bethabara! 'k Roem in heilbe - spie - ge - lingen, 't God - - lijk recht met Gods genaâ. [pagina 230] [p. 230] Bethabara Verheerlijkt. Gods ge - nâ, zal 't Lam ver - - werven, 't Lam zal op het kruishout sterven, Daar des HEEREN lot op viel. 't Is het of - fer voor de ziel. Groote zoendag, gij zult komen, Gij, die't Schaduw - bloed verbant; Als door U wordt wech ge - noomen, D' on - ge - rech - tig - heid van 't land. Vorige Volgende