Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 3(1765)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 215] [p. 215] Morgenzang. Wijkt nu donk'r'en doodsche schimmen; Daar de purp're dage-raad, Roozen schildert langs de kimmen, En de zon haar tent verlaat. 't Vee zal hupp'len in de weien; 't Kwinkeleerend pluimge-diert, Blij des Scheppers lof verbreien, Waar het door 't bosschaadje zwiert. Vorige Volgende