Stichtelijke gezangen, op de beste Italiaansche, en eenige in dien smaak nieuwgemaakte zangwyzen; by verscheidene gelegenheden gedicht. Deel 1(1762)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Het dwaallicht. Zangwyze: Soli cagion crudele. Canz. III. I. Zou ons een dwaallicht leiden, Van waereldlust tot rampen; Daar dood'lyke afgronds dampen Hunn' stank verspreiden? Neen! in al 't aardsche goed Vond nooit het vroom gemoed Een schynend licht, op 't spoor van woeste heiden. II. Wat aak'lige moerassen, Zie ik hier voor myne oogen! Dit dwaallicht vol vermogen, Leidt naar die plassen. Hoe is 't vervoerde hart, Verbysterd en verward! Het heilgeloof alleen, is de aarde ontwassen, [pagina 18] [p. 18] III. Wyk waereld met uw schatten, Met al uw pragt, en weelde. Zou 't geen de zinnen streelde, Ons heil vervatten? Neen! 't geeft een' flaauwen troost. Schoon gy de smart verpoost; Het zwarte floers, zal traan op traan doornatten. IV. De Borg wil 't kruis verzagten; Het kruys ten staf doen strekken, Om met Hem voort te trekken, In donk're nagten. O Wolk- en vuurkolom, Doe my in 't heiligdom, Geloovig, op uw licht, en waarheid wagten. Vorige Volgende