‘Oeloepoe, dansen? Ik niet kan dansen!’ riep hij ontsteld.
‘Da's niks! Wij zullen het je wel leeren!’ bood de Lijn erg gedienstig aan.
‘Ja, man, en het wordt erg deftig! Met balboekjes en al!’ lachte Pukkie.
Paul was geheel en al verslagen.
‘Watte datte? Balboek?’
Pukkie en de Lijn legden hem de geheimen van de balhoekjes uit.
‘Wat opschepperij met die balboek! Waarom al die flauwe smoes?’ vroeg Paul verontwaardigd.
‘Dacht je, dat het zoo makkelijk ging?’ lachte Puk. ‘Je moet eerst 'n buiging maken, man, en dan moet je zeggen: Heb je nog 'n dans voor mij? Dan zegt het meisje: ja! en dan vraag jij weer of je haar balboekje mag zien. Dan geeft ze jou het boekje en...’
‘Oeloe, ik vergeet, ik vergeet!’ riep Paul in wanhoop uit. ‘Dat ik nooit onthou!’
Maar plotseling verhelderde zijn gezicht. ‘Ik niet noodig, zeg! Voor mijn part al die andere meisjes stik! Ik dans alleen met Bep de heele avond, zeg!’
Doch toen de jongens hem uitlegden, dat dit niet ging en hij alle meisjes moest afdansen, had hij op eens veel minder zin aan de fuif.
‘Ik lak aan al die anderen!’ zuchtte hij.
‘Ja, Paul, je zal er toch aan moeten gelooven, jong!’ plaagde Pukkie.
Den volgenden dag kwam de uitnoodiging; alle vijf vrinden werden door de familie Noordaa geïnviteerd.
Pukkie merkte dadelijk, dat Bloemhof van het feest heel weinig hebben moest. De kafferjongen schudde zijn hoofd en zei:
‘Dat niks voor mij, Puk! Wat moet ik bij al die meisjes doen? Ik dan verlegen, jij weet wel!’
Pukkie begreep, dat het voor zijn vriend een straf zou zijn daar heen te gaan.
‘Wel nou, Bloemhof, dan ga je niet!’ antwoordde Puk op dien vaderlijken, beschermenden toon, waarop hij altijd met hem sprak, als Bloemhof bij hem kwam om hulp en steun. ‘Jij hoef er niet naar toe, kerel. Ik zal het wel aan mevrouw Noordaa zeggen!’