[1737]
In des Heeren naame begint wederom het jaar van 1737.
Heere, war me sal ick beginnen of eyndigen om Uwen hijligen Naame, o dry enige
Godt, Vader, Soon en Heylige Geest, te loven, te prijsen en te verherlijcken vor
alle menigvuldige seegeninge nae de syle en ligam, war mede Gij, o Heere, mij
geseegent hebt in dit vorledene jaar met gesontheit nae den ligam. Sal het dan
nu wederom weesen dat ick de wercken mijner beropinge sal warnemen, o Heere,
ontreckt mij dan Uwe hant nit van mij. Geft mij dan met dit niw jaar niwe
seegeninge, sterrckte en chragten. Bewart mij dat gen sware gevallen mij komen
te ontmoten. En so het gebörde dat het U believede mijn evenmens swar te
besoeck[en] lat ick het middel in Uwe hannt wesen om