Voor U alleen(1922)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Mijn cel Mijn cel is een simpel stilleven: Vier wanden van sneeuwwitte snêe, Een kruis en bidstoel daarneven, Een venster: wat lucht en wat zee. De hemel staat wijd naar haar open, Mijn venster is nu juist een roos, Van dauw nog een beetje bedropen: Zoo is het in 't voorjaar altoos. Stil hangen de gele gordijnen, De bloemen roerloos in het licht; Dat hoekje een hemel in 't kleine - Is al op zichzelf een gedicht. Daar sta ik soms peinzend gebogen En ziet in een lichtglans mijn ziel: Een Maagd met een duif in haar oogen, En Gabriëls lachend profiel. Haar geur heeft mijn kamer doortrokken, Zijn stem werd van stilaan haar taal; De rest is een beetje barok en Misschien ook een beetje banaal.. [pagina 90] [p. 90] Mijn tafel ligt vol perkamenten, Een blank vel papier en een pen, Daarover de lach van de lente en De schaduw van een dien ik ken. Hier staan mijn geliefde geniëen, Het dierbaarst van al is mij wel: L' Annonce faite a Marie, - Dat wondere lied van Claudel. Daar hangt nog zoo'n prettig paneeltje: Een Hollandsch stuk aardsch paradijs, Naast een primitief tafereeltje: 'n Madonna van Quinten Matsijs.. Mijn cel is misschien als mijn leven Wat hemelsch- en aardschheid meteen, Mijn cel is een simpel stilleven: Een doodvroom gebedje in steen. Vorige Volgende