Sterren en dauw(1935)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Lied na zonsondergang Ik kom met den avond en met rozen, Met mijn groote oogen vol zonneschijn, Ik kom met mijn licht door het lichtelooze, Ik wil bij U zijn! Ik kom met mijn liefde in gekeurde kleuren, Met mijn kleine, mijn teedere hand, Om Uw hoofd in den lichtschijn te beuren Die aan mijn wangen brandt. Uw voet zag ik rood en uw kleed gehavend En uw mond dor-branden naar lafenis, Maar een veilig thuis is de hooge avond Die warm van sterren is. Dit uur van de uren die gaan en komen Is als een eiland van licht en droom, Is blank als de bloeiende lente-boomen, Het maakt dit duister vroom. Ik zag U stijgen naar hooge duinen, Ik zag U dalen naar diepe zee, Mijn hart stond stil op uw steile kruinen, Mijn oogen daalden mee... [pagina 25] [p. 25] Kwaamt gij niet... gìj niet tot mìj, kind, Ik kwam met den avond tot u, Met mijn sluier als geurige mei-wind Ben ik gekomen nu... Ik ben niet blijde, ik ben niet booze Ik heb geen lust en ik heb geen pijn: Ik kom met den avond en met rozen, Ik wil bij U zijn. Vorige Volgende