Kleine liederen van dood en leven(1938)–Jacques Schreurs– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] [Een kind, vannacht, stond aan mijn bed en zeide:] Een kind, vannacht, stond aan mijn bed en zeide: Dat God gestorven was en alle Engelen schreiden; En opgesprongen in mijn bed van schrik, Wat wordt er van de Liefde dan? - riep ik. Dat mag God weten - sprak het kind en vleide Zich aan mijn zijde en sliep dat oogenblik Waarin mijn ziel haast van mijn lichaam scheidde. Vorige Volgende