Beeld
Ik wil een man die mij iets geeft, een hartelijke, goedlachse kerel, een gezond mens, een fris mens die mij weer laat leven.
Let wel: Laat leven. Als handen die vanzelf schoon worden door Barlton Zeep.
Eigenlijk zeuren ze beiden om leven, maar ze kunnen het elkaar niet geven.
Ze drinken als doden drinken. Ze lachen als doden lachen.
En ze weten dat dat veel voorkomt bij anderen.
Maar van zich zelf begrijpen ze het niet.
Kon ik maar weg, denkt zij.
Kon ik mijzelf maar vergeten, denkt hij.
Weg uit dit huis, denkt zij.
En naar haar toegaan, denkt hij.
Weg van dit lijk, denkt zij.
En haar weer levend maken, denkt hij.
Hij trekt het zich aan, als ik vertrek.
Wekken voor zij vertrekt, denkt hij.
Wekken.
Vertrekken.
Wekken.
Vertrekken.
Zo sparen de mensen hun wensen
Bang om zich zelf te kwetsen
Maar Barltonzeep is zacht voor de huid!