De gedichten van den Schoolmeester(1902)–De Schoolmeester– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 291] [p. 291] De Vriendschap. Een Toast. De hand des tijds slaat zware builen En stort, behalve de eerezuilen, 't Gevlochten wiegjen zelfs in puin. De sausbaars en champagnewijnen, De truffels, die op uw festijnen In keurige pâtés verschijnen, Men ziet hen sneller nog verdwijnen Dan burchtkasteelen van arduin. De bliksem velt den trotschen ceder: Het oud paleis stort krakend neder; Doch in het nieuwe zit gy weder, Ja maklijker dan in een ceder, [pagina 292] [p. 292] Ten zij gy soms een lokvink zijt; - Maar, lokvink in het beukenlover, Of op 't Casino harteroover, 't Is spoedig met u beiden over, Geen zuigpomp werkt gelijk de tijd. Maar vriendschap, boven tijd verheven, Vindt op geen pomp haar naam geschreven. Zij weet van sukkelen noch beven, Van borstkwaal noch verkreukt gelaat. Gy ziet haar, als uw ceders sneven, Met Haarlems hakhout weêr herleven: Haar avondstond is dageraad. Vorige Volgende