De gedichten van den Schoolmeester(1902)–De Schoolmeester– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 208] [p. 208] Vierde Brief van den Schoolmeester. Fragment uit een brief over de hitte in Maart. Een philantroop heeft onlangs te Maastricht Een acoustic Hospitaal voor dove kolen gesticht: En wat gy van 't weêr uit Holland my bericht Geloof ik heel licht: Want hier leit de Maas ook niet dicht. Het is zelfs benaauwd; koû vatten wordt byna een plicht. Van daag b.v. is het zeer warm en fraai, [pagina 209] [p. 209] En men hoort veel klachten onder de kooplui in baai. De hertog van Wellington gaat 's morgens al uit zwemmen als een haai. Nu moet ik er by zeggen, hy is byzonder taai. In de boomen is het reeds niets dan gekwinkeleer en gekraai, En in den vijver een continueel geflodder en gedraai. Ik ken vinken, die hun nest reeds maken, o.a. een ouden papegaai, En gisteren hoorde ik twee vogels tegen mekaêr zeggen: ‘ik braai.’ Doch ik moet er bijvoegen: het was niet in de natuur, Dat zij dit zeiden; maar in de keuken voor 't vuur. Hopende dat ik spoedig u hier in welstand by my vinde, Verblijf ik uw oprechte vriend, Mijnheer en Mevrouw V.D.L. Vorige Volgende