De gedichten van den Schoolmeester
(1979)–De Schoolmeester– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 294]
| |
Op Karel I.
Daar men my van mijn hoofd heeft ontbloot,
Zoo vind ik mijn kist toch wel wat al te groot.
| |
[pagina 295]
| |
Op Poot.Hier ligt Poot:
Hy is dood.
| |
Op Bilderdijk.Geen grafschrift zoo rijk
Als uw naam, Bilderdijk!
| |
Op Leydschen held.Wy waren drie broêrs; doch daar ik gesneuveld ben in 't beleg van Leien,
Zoo zijn we nu nog maar met ons beien.
| |
Op tooneeldirecteur.Wandelaar, hier ligt Jan G...,
Die wel wou dat hy 't mis had en dat UEd. het was.
| |
Op N.N.Dat Heertjen dat hier leit,
Dat is zijn leven kwijt.
| |
[pagina 296]
| |
Op jeugdig fluiterIn dit kleine kistjen
Leit een jong fluitistjen.
| |
Op aanspreker.Deze Bidder had heel veel verstand van zijn zaken;
Maar zijn eigen dood heeft hy toch niet bekend kunnen maken.
| |
Op kleêremaker.Hier ligt een kleêremaker met kastanjebruin hair in de kist;
Dat zou je niet makkelijk raaien als je 't niet wist.
| |
Op wekker.Hoe langer hoe gekker!
Hier slaapt Jan de wekker.
| |
[pagina 297]
| |
Op matroos.Ik lig hier als een varken in mijn kist, potverblommen!
Ik heb al veel beleefd; maar zoo iets is my nog nooit overkommen.
| |
Op génereusen Jood.Die my hier weêr uithelpt, 't zij door geweld of list,
Krijgt ƒ2,50 vrij geld, benevens het hout van de kist.
| |
Op naarstige juffer.Men kan alle dingen zoo maar van te voren niet weten,
Anders had ik nou in mijn eenzaamheid mijn breiwerk niet vergeten.
| |
Op iemand zonder neus.Ik kan toch meer zeggen, dan de meeste lijken,
Dat je my namelijk nooit op mijn neus hebt zien kijken.
| |
Ander.Men heeft my nog nooit met reden kunnen verwijten,
Dat ik er pleizier in had, zakdoeken te verslijten.
| |
[pagina 298]
| |
Nog een ander.Dit verwijt durf ik gerust van my afschuiven,
Dat ik veel geld zou verknoeid hebben met snuiven.
| |
Op eenoog.Gy hebt minder van my gezien dan ik van U
O wandelaar, vat gy dit nu?
| |
Op stomme.Ik heb nimmer den gulden regel gebroken:
‘'t Is beter gezwegen dan onwaarheid gesproken.’
| |
Op iemand vermoeid.Wandelaar, om u de waarheid te zeggen,
UEd. kunt zoo moei van 't loopen niet zijn als ik van 't leggen.
| |
[pagina 299]
| |
Op iemand beleefd.UEd. hebt u moei geloopen, wandelaar, en ik heb my moei gelegen.
Zullen we malkaêr eens aflossen, of hebt UEd. er ook iets tegen?
| |
Op iemand ontevreden.Zeg, wandelaar, zeg,
Je moet niet denken, dat ik voor mijn plezier hier leg.
| |
Op zuigeling.Hier ligt een kind, dat zich doodgezogen heeft;
Gy begrijpt het solaas van de min, die nog leeft.
| |
Ik of gy?Zoo gy, als ik moet, hier moest blijven,
Gy zoudt mijn grafschrift thands niet schrijven.
Was ik, als gy zijt, hier gebleven,
Ik had uw grafschrift niet geschreven.
| |
[pagina 300]
| |
Op kerkhof.Waar kan men zich een beter school practiseeren
Dan deze, om aan de menschen het zwijgen te leeren?
| |
Op Jodenkerkhof.Hier liggen er twintig van de natie,
Te voren vol lawaai, thands zonder conversatie.
|
|