De gedichten van den Schoolmeester
(1979)–De Schoolmeester– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 281]
| |
[pagina 282]
| |
Men ziet hen sneller nog verdwijnen
Dan burchtkasteelen van arduin.
De bliksem velt den trotschen ceder:
Het oud paleis stort krakend neder;
Doch in het nieuwe zit gy weder,
Ja maklijker dan in een ceder,
Ten zij gy soms een lokvink zijt; -
Maar, lokvink in het beukelover,
Of op 't Casino harteroover,
't Is spoedig met u beiden over,
Geen zuigpomp werkt gelijk de tijd.
Maar vriendschap, boven tijd verheven,
Vindt op geen pomp haar naam geschreven.
Zy weet van sukkelen noch beven,
Van borstkwaal noch verkreukt gelaat.
Gy ziet haar, als uw ceders sneven,
Met Haarlems hakhout weêr herleven:
Haar avondstond is dageraad.
| |
[pagina 283]
| |
Nog een toast aan de vriendschap.Hoe zoet is 't, waar de vriendschap woont,
Waar haai en haring zich vertoont
Op amicalen voet,
De snoek de vorens respecteert
En familiair met hen verkeert
Gelijk m' op aarde doet.
O laten wy, in onzen kring,
Als menschen van verstand,
Dan met elkaêr en onderling
Ons hechten in een vriendschapsband
Tot nut van 't vaderland.
|
|