Het fluitketeltje en andere versjes(1992)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Waar de koning trek in had Maar Knelia! zei de koning al tegen de koningin. kijk hier op dit potje staat honing en er zit geen honing meer in! De koningin zat te beven en vroeg aan de keukenmeid: Och, wil je wat honing geven voor Zijne Majesteit? Maar toen de koning de honing zag toen wou hij toch liever maar hagelslag. Hij greep naar de hagelslagtrommel en zei tot de koningin: Wat is dit nu weer voor den drommel, er zit geen hagelslag in! De koningin zat te beven en vroeg aan de keukenmeid: Och, wil je wat hagelslag geven voor Zijne Majesteit? Maar toen de hagelslag er was toen wilde de koning rammenas. De rammenas kwam en toen, helaas, wilde de koning pindakaas en toen de pindakaas er kwam, wilde hij enkel een boterham. Maar, zei hij met bulderende stem, ik wil op die boterham bosbessenjam. En toen de bosbessenjam er stond wilde hij liever een suikerklont en toen de suikerklont kwam zei hij: [pagina 18] [p. 18] Nu wil ik toch liever frambozengelei en toen wou hij muisjes en toen wou hij pasta en toen zei de koningin eindelijk: Basta! En zo ging Zijne Majesteit de straat op zonder zijn ontbijt. Daar stond hij te huilen, en wie kwam daar an? De ijscoman, de ijscoman! Toen at de koning een liter ijs vlak voor 't koninklijk paleis. Joehoe, riep de koning, Knelia, schat, dit was nu, waar ik trek in had! Vorige Volgende