brieven en in een paar auto's werd deze correspondentie aan het huis van de reus afgeleverd.
De reus Borremans maakte direct de brieven open en bekeek eerst de portretjes van de reuzinnen.
Er was er eentje uit China. Zij had scheve ogen en Borremans legde de brief op zij, want hij hield niet van scheve ogen. De volgende brief kwam uit Lapland, van een Lapse reuzin, die een berenmuts op had, waar zeker wel vijftig beren voor waren gevild. Ook deze brief werd terzijde gelegd. Dan was er nog een uit Afrika, een portret van een pikzwarte reuzendame, en teleurgesteld legde Borremans ook haar weg.
Maar de laatste, och, wat was dat een lief reuzinnetje! Ze was 27 meter lang, schreef ze en ze woonde in Binkeradeel, dat was maar 500 km van Tidderadeel af.
Borremans werd direct verliefd op de aardige krulletjes van dit reuzenmeisje. Hij ging meteen op weg naar Binkeradeel met stappen van 100 meter en dezelfde avond nog kwam hij verloofd terug met de reuzin Klarina aan zijn arm.
Heel Tidderadeel had de vlaggen uitgestoken en juichte het jonge paar toe. En de volgende dag werd een grote bruiloft gevierd aan de voet van de berg. De bruid zorgde voor een feestmaaltijd. Zij had een taart gebakken, een ronde taart, waar wel vijftig mensen omheen konden zitten en waar zij zomaar stukjes van mochten afhappen. Er stond een glas uit de kast van Borremans, vol met wijn, maar het glas was zo groot, dat alle Tidderadelenaren er bekers mee konden vullen. Dan waren er stukken gebraden vlees, zo groot als kippenhokken en een stuk noga, zo groot als een auto, iedereen probeerde er van te bijten, maar er bleven zoveel gebitten in vast zitten dat dit stuk noga verder verboden werd.
Het werd een groot feest. De bruid zag er snoezig