Verzamelde werken 1942-1944
(1998)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 280]
| |
79. Kort resumé van de bespreking tussen Schilder en het moderamen van de Generale Synode van Utrecht 1943-1945 d.d. 31 juli 1944Ga naar voetnoot1.Kort resumé van een bespreking, die op 31 juli 1944 gevoerd is tusschen dr. G.C. Berkouwer, dr. J. Hoek, dr. E.D. Kraan, als leden van het moderamen der Generale Synode en dr. F.W. Grosheide, eenerzijds en dr. K. Schilder anderzijds
In de samenspreking, die met gebed begon, en een vrij karakter droeg, kwamen verschillende punten aan de orde, waarvan de voornaamste zijn: het onverhoord oordeelen en veroordeelen; de exegese van art. 31 K.O., en de vraag, of hiervan een verschillende interpretatie in geding is, dan wel, of de tekst van art. 31 gehandhaafd wordt, al of niet; de binding der candidaten; het confessioneel gezag van ‘1905’ al of niet; het schrijven van prof. Schilder aan den kerkeraad van Kampen en aan de kerken (Prae-advies); voorts de bezwaren van prof. Schilder tegen de Toelichting in haar verschillende onderdeelen en tegen den inhoud van het schrijven der synode aan de kerken van februari-maart 1944; het bezwaar van prof. Schilder, dat zijn zaak, die als tuchtzaak aangediend is, van de zijde der synode wel eens aangeduid is of wordt als ‘conflict’ en als ‘geding’ tusschen haar en hem; zijn bezwaar tegen de schorsing op grond van art. 79-80 K.O., mede in verband met de nadere uitspraak der synode dienaangaande tegenover de kerk van Kampen; het tot prof. Schilder gerichte vermaan der synode.
Prof. Schilder legde vooral nadruk op het onverhoord oordeelen en veroordeelen, waarmee de synode z.i. een ernstige zonde tegen Gods gebod had gedaan, die hem in zijn ambtseer trof en griefde.
In verband met de door prof. Schilder te berde gebrachte bezwaren werd door de Commissie o.a. er bij prof. Schilder op aangedrongen zijn zienswijze inz. art. 31 K.O., volgens het oordeel van prof. Schilder door de synode overtreden, ondergeschikt te maken aan de zienswijze der kerken en langs den volgens de | |
[pagina 281]
| |
synode alleen kerkelijken weg zijn bezwaren bij de volgende synode in te dienen.
Prof. Schilder zijnerzijds accentueerde, dat zijn zienswijze inz. art. 31 K.O. onderworpen is aan den duidelijken tekst van dit art.; en voorts, dat met betrekking tot den te volgen kerkelijken weg z.i. deze kerkelijke weg in feite werd opgebroken niet alleen door de synodale handelingen, doch ook door haar openlijk uitgesproken en aangedrongen beschouwingen dienaangaande, weshalve hij meende den kerkelijken weg te hebben gevolgd. Op een aan het eind der samenspreking hem gestelde vraag, of hij aan de bespreking nog iets toe wilde voegen, dat aan de synode kon worden meegedeeld, verwees prof. Schilder naar de door hem aan het moderamen gerichte brieven; daarbij uitsprekende, dat toenadering slechts mogelijk is bij opheffing der schorsing, terwijl, zoolang de publieke beschuldiging gehandhaafd blijft, zijn verweer daartegen noodzakelijk en aan de orde blijft, temeer, daar de synode harerzijds op allerlei wijze haar beschuldigingen publiek heeft gemaakt. In nauw verband met de hierboven gereleveerde zienswijze van prof. Schilder inz. de draagwijdte van het woord ‘conflict’ dan wel ‘tuchthandeling’, wees hij erop, dat het spreken van ‘toenadering’ ‘in overeenstemming met het schorsingsbesluit’ zijn toekomstige houding en zijn eventueele toenaderingsgezindheid in een onzuiver licht brengen zal of brengt; bovendien herinnerde hij in dezen samenhang eraan dat zijn ‘geval’ niet individueel is, doch ten nauwste samenhangt met heel het complex van moeilijkheden, die zich thans in de kerkelijke samenleving voordoen.
Vooraf werd nog dit vastgesteld: nadat de leden van het moderamen en prof. Grosheide nadrukkelijk toegezegd hadden, dat van het te voeren onderhoud geen enkele mededeeling gedaan zou worden, dan alleen welke in het gezamenlijk te onderteekenen resumé zou vastgelegd zijn, heeft prof. Schilder zich bereid verklaard, afstand te doen van het voornemen, ten eigen behoeve een stenogram te laten maken, en tevens af te zien van de aanwezigheid van getuigen; zulks alleen omdat het moderamen en prof. Grosheide verklaard hadden, anders niet te willen samenspreken.
w.g. G.C. Berkouwer, J. Hoek, E.D. Kraan, F.W. Grosheide, K. Schilder. |
|