Woord vooraf.
‘Toen Momus - de Nurks onder de goden - eens zijn opinie moest zeggen over den stier, dien Poseidon als mooiste dier geschapen had, zei hij, dat naar zijn meening de horens verkeerd stonden: ze moesten onder de oogen zitten, dan kon het beest zien, waar hij stootte’.
Aldus Dr H.M.R. Leopold in zijn vertaling en bewerking van ‘Lucianus' Waarachtig Verhaal’: ‘Uit de Leerschool van de Leugen’ (Zutphen, 1926, bl. 105).
Hiermee is zoowel titel als hoofdzaak in de bedoeling van den auteur van dit vlugschrift genoegzaam verklaard.
Wat den titel aangaat: de brochure, welke in 1928 van anonieme zijde verscheen over de ‘mannen van Assen’, die zelf ‘aanranders van het Schriftgezag’ zouden zijn, is een hoornstoot geweest, geplaatst in het lichaam van wat men kortheidshalve ‘Assen’ noemt. Althans, zóó was de bedoeling! En dàt de stootende hoorn inderdaad terecht kwam in het sinds zieltogend Asser lijf, is door de pers van de groep-Geelkerken, die den stootenden stier uitbundig als schoonste schepping prees en voor haar wagen spande, ons volk verzekerd.
Schrijver dezes meent echter in gemoede, dat de ongetwijfeld krachtig ingeplante horens niet in ‘Asser vleesch’, doch juist in dat van de
bestrijders van Assen hebben gewroet. Wat bedoeld is als epitaphium - grafschrift - voor Assen, en ook reeds als zoodanig op muziek gezet, dat is eigenlijk de bouwstof voor het ergste hekeldicht
geworden, dat men op de pers, de reclame, de wetenschappelijke eerlijkheid vooral, van de groep-Geelkerken als groep dichten kan. Hetgeen hier nader worde aangetoond.
En dan - wat de bedoeling van dit vlugschrift betreft, misschien zullen er enkelen zijn, die zich ter rechter tijd herinneren, dat de criticus van Poseidons móói-ste dier wordt aangediend als de ‘Nurks’; en de toepassing zullen ze gereed hebben. Schrijver dezes - geen man van Assen, doch maar een leerling - zal zich niet verdedigen met de opmerking, dat Nurksen alleen door niet-Nurksen waarlijk ‘onderscheiden’ worden. Welneen, hij waagt het erop. Waarom ook niet? Laat hem het woord maar bij voorbaat overnemen: hoofdzaak in hetgeen hij bedoelt,