Het Woord Gods geschiedde tot Johannes, den Zoon van zacharias, in de woestijn .............................. lucas 3:2.
Zij vonden hem in den tempel ................ lucas 2:46.
Het was een pijnlijke ironie. Daar was nu een zoon van een priester, van een man, die in en ook van den tempel leeft. Maar waar de vader is, daar wil de zoon niet zijn. De vader is de priester Zacharias, en de zoon heet Johannes. Deze wijkt van den tempel. De menschen zeggen: het is revolutie: zie, daar gaat de afvallige zoon. Hij is het ook, tenzij de Geest hem bizonderlijk drijft. Maar heden doet dit de Geest. Johannes moet den tempel uit. God neemt de opvoeding van dezen grootsten profeet Israël uit handen. Priesters en schriftgeleerden zullen het onderwijs van dezen knaap aan de sprinkhanen moeten overlaten, en aan verdorde boomen, en aan wegstuivend kaf; en aan den Geest vooral. Jeruzalem heeft voor profeten geen boodschap meer. Het is van Godswege opvoedingsgesticht geweest. Maar de directeuren, de Schriftgeleerden, kunnen wel naar huis gaan. Ze hebben ontslag; want de laatste profeet, dien voedt God zelf rechtstreeks op. Dat Johannes buiten den tempel groot wordt, is volkomen in stijl: hij is het protest tegen den tempel, die dood is, en oud en verouderd, en nabij de verdwijning.
Maar nu de jongeling Jezus. De tempel boeit hem; hij is er binnen. Hij is er zóó thuis, dat hij alles erom vergeet. Tusschen de leeraars is hij als begraven. Hij ondervraagt hen; maar éérst hoort hij hen aan (vs. 46); en dat is de goede orde. Want wie nieuwe vragen opwerpt, maar niet eerst de oude antwoorden hoort, die maakt revolutie: hij ‘vervult’ het oude niet, maar ‘breekt’ het. Doch wie het oude kent en aanhoort, en dan nieuwe dingen zegt in aansluiting aan het oude, die brengt reformatie: hij ‘breekt’ het oude niet, maar ‘vervult’ het. Wat de knaap Jezus begint, dat zal Hij als man volkomen uitwerken in gerechtigheid.
Hebt gij ook nu gezien, dat Christus meer is dan Johannes? Johannes is protest, maar Jezus is behoud. Johannes breekt, maar Jezus bouwt op. Door Johannes krijgt Israël een slag in het gezicht; door Jezus een gezicht in dien slag. Johannes is uit de priesters, maar laat hen los, gelijk zij hem. Hij moet dat doen, opdat de tempel leere vertwijfelen aan zichzelf. Maar Jezus zal al wat aan zijn eigen ouderdom en vervalsching ontdekt is, behouden. Hij maakt óók, evenals Johannes, de directeuren van het opvoedingsgesticht verslagen; en machteloos. Maar hij laat hen tevens troostelijk zien, dat hun boodschap nog iets heeft, waarover verder te spreken is; dat zij verlegen staan ligt niet aan de boodschap, maar aan de boden. Zoo zij de boodschap hooren: de boden hebben nog een toekomst.
Zoo is Johannes buiten, en Jezus in den tempel, die hem niet uitwerpt. Want hij protesteert en oordeelt wel en legt wel alle naaktheid bloot; máár: hij brengt óók behoud en schept een nieuwen dag. Want Christus is meer dan Johannes. Hij komt veroordeelen, maar óók behouden. Christus wil altijd boven u uitgaan, maar nooit buiten u omgaan.