Verantwoording
Bert Schierbeek 3 omvat de experimentele romans De gestalte der stem (1957), Het dier heeft een mens getekend (1960) en Ezel mijn bewoner (1963).
De blinde zwemmers, dat uit 1955 dateert, is niet opgenomen, omdat het een voorpublikatie van blz. 55-81 uit De gestalte der stem blijkt te zijn geweest. In de colofon heet De blinde zwemmers een prozagedicht. Later zou Bert Schierbeek dit genre ‘proëzie’ noemen. Vooral De gestalte der stem en Ezel mijn bewoner komen dan voor deze kwalifikatie in aanmerking. In Het dier heeft een mens getekend is bovendien de verhalende samenhang aanwezig van Het boek ik, De andere namen en De derde persoon (gebundeld in Bert Schierbeek 2), zij het dat de autobiografische laag is vervangen door een mythologische.
Deze verschuiving, die vooral geïnspireerd lijkt door C.G. Jung en zijn theorie van de archetypische beelden, laat zich ook aflezen aan zijn medewerking aan archeologische en cultureel-antropologische publikaties: Mens en grondspoor; silhouetten der Nederlandse prehistorie (1963) en Tellem: verkenning van een oude Afrikaanse cultuur (1965).
Hoewel Het dier heeft een mens getekend zowel bij de eerste druk als bij de tweede druk is verschenen in kombinatie met ‘Bomen, een gesprek tussen John Vandenbergh en Bert Schierbeek’, is dit interview hier niet opgenomen. Het hoort thuis in de kategorie ‘Werk over Bert Schierbeek’ (zie daarvoor blz. 255-292 in Bert Schierbeek en het onbegrensde - Een inleidende studie over de experimentele romans - Met een bibliografie, De Bezige Bij 1980).
Behalve ‘Bomen’ zijn ook de essayistische en dramatische publikaties in boekvorm uit de periode 1945-1963 buiten de verzameldelen 1, 2 en 3 gebleven. Dat zijn Op reis door Spanje (1952); Op reis door Italië (1954); Het kind der tienduizenden, televisiespel (1959); De tuinen van Zen, een essay over het Zenbuddhisme (1959); Een groot dood dier, een toneelstuk (1963).