je krijgt een papier voor je oog als in de kassa van een schouwburg een man wijst en zegt: dit wordt gebouwd, zoveel woningen in dit blok en zoveel in dat, de hokjes die vrij zijn daaruit kunt u kiezen en ik koos, zei de man een hoekhuis
goed dat kan dat is leeg
u kunt nu nog kiezen de kleur van uw badkamer
ik koos groen
en hij zei dat het goed was
en ik ging, zei de man, naar de plaats waar de huizen gebouwd zouden worden om de omgeving te zien en de natuur die mijn huis zou omringen en ik uit de ramen zou kunnen zien en ik zag dat het mooi een landschap was aan de rand van de stad heuvelachtig en bebost
ik tref het dacht ik
en ik trof het zei de man verder want ik hoorde plotseling een groot geluid van brommende motoren die naderden en ik zag hoe vijf enorme rode gevaarten de weg opkwamen bulldozers geheten en ik zag hoe de muilen één voor één geopend werden binnen één seconde in mijn blik en hoe in het aanzwellend geluid eerst de bomen vielen en vervolgens de schoffel over de aarde beet als een beest een mechanisch beest zonder genade en hoe het land vlak werd zag ik en dit binnen de enkele uren van een verbazingwekkende verstijving in mij zelf een ijselijke dood en vreugde om dit doen van menselijke vindingen die de aarde ook wel de moeder geheten de dwang aandeden en de mechanische korven waarin bomen, wortels, verschrikte dieren en zand gestort werden ieder in zijn stalen korf en de korven reden heen op wielen en de monsters ook en ik stond alleen in een vlakte een hart in een woestijn
hier komt mijn huis, dacht ik
en hier kwam mijn huis en die van vele anderen die ik niet kende
na drie maanden woonden wij allen waar de bomen hadden gestaan
er en kwam na vier maanden binnen alle huizen een brief
in die brief stond: U kunt kiezen tussen twee pijnbomen of vier heesters
ik koos twee pijnbomen
een week later keek ik uit mijn raam de straat af
mijn vrouw baadde de kinderen in het groene bad
[pagina 94]
[p. 94]
het was vroeg in de ochtend
ik keek uit het raam en ik hoorde naderen de motoren als toen ik stond in dat heuvellandschap waar ik een huis droomde en ik zag grote auto's komen in lange file en de eerste bleef staan bij het eerste voortuintje wierp een draaiende slurf de grond in en boorde twee gaten en reed verder en kwam voor mijn voortuin staan en deed hetzelfde en de tweede wagen volgde met pijnbomen en een stelsel van mechanisch ingewikkelde haken plantte de bomen in de gaten en reed naar mijn voortuin en deed daar hetzelfde en de volgende auto spoot met modder de gaten om de boom dicht reed door naar mijn voortuin en deed daar hetzelfde er waren ook nog mensen die heesters besteld hadden
en ik stond voor het raam en zag mijn pijnbomen
en de kinderen kwamen de kamer binnen en zij zagen de pijnbomen
en mijn vrouw zag de pijnbomen en zei: dat is ook vlug
en de kinderen keken naar de bomen en hun ogen waren groot en streelden de
bomen met hun bewondering
de autos waren al weg
en ik zag de bewondering en ik wist dat het landschap terug was
de kinderen
de bomen, zei ik en lachte
en de auto's hoorde ik niet meer die waren al weg
pijnbomen
zo bouwen wij huizen, zei mijn vriend die Amerika liefheeft
vol gemakken
ieder zijn eigen badkamer in zijn eigen kleur met zijn eigen bomen die
hij zelf koos uit de pijnbomen of heesters
en hij zei vreugde over zijn lippen
en ik zag Mondriaan staan schilderend zijn boogie-woogie
ik zag een grote levende abstractie
een essentie van gelijkende lijnen
een vreugde
een hartstocht
een verdriet
het bouwen van huizen in Amerika
een boogie-woogie van wondere bewegingen
een eindeloze paring van mens en machine
[pagina 95]
[p. 95]
van de moeder van stof in de handen van ook ongeveer mensen
omdat illusie en realiteit voor dit jonge volk niet gescheiden zijn mogen wij niet
spreken van hypocrisie, lees ik
de united nations boogie-woogie
alle mythen van alle tijden
waarom Amerika spreekt tot mijn ik
waarom Rusland spreekt tot mijn ik
omdat de moedertrein van alles in mij de wissel neemt
een eindeloze schoot vol huizen
deze grote godin staat in de nabuurlanden bekend als Sibylle, Magna Mater,
Akdestis, Dindymene, Berecynthia en Pessinuntis
en naast haar Attis over wiens ontmanning men klaagt en die gedood werd
de moeder aller dingen is groot en wreed
zij vreet de kinderen die zij baart zo goed als zij hen voedt
maar die zij spaart sieren haar op en geven hun ogen als spiegels
ook eieren om te eten
en eunuchen om de was te doen
de man speelt mooie tamboerijnen op haar huid
en de huid glanst een lach
een duister boek
dat zij leest in de spiegel
de dreigende koorts van een nazomer binnen een heiligdom
zonderling deze kathedralen zuchtte een moeder in Chartres
er ging iets uit haar zelf staan
een woekering van zuilen en ramen en kleuren en een vermoeden
dat mij angstig maakt, zei de moeder
bid en val op je knieën en laat het priesterdom voor wat het is
de moederoverste glimlachte zij zag de jongens spelen en gooien met zand en zij keek vooruit en zij zei zacht met duidelijke stem en vreemde glimlach dat Freud zei dat jongetjes die met zandgooien het zaad kwistig en zorgeloos zaaien dit zei de moederoverste in een klooster ergens in Brabant
dit mysterie heeft een eerbare kant: de kastratie werd afgeschaft