Het vermaak der tover-hekzen van Lap- en Fin-land, met haar tover-trommelen, wind-verkopen, enz.(1716)–Johannes Scheffer– AuteursrechtvrijHier is by-gevoegt de beschryving van Ys- en Groen-land door Do. Dithmarus Blefkenius Inhoudsopgave 't Vermaak der Tover-hekzen van Lap- en Fin-land. I. Hooftstuk. Van de Verborgene Tover-konst. II. Hooftstuk. 't Gesprek der Laplanders, met de Duivel en de Kabouter-mannetjes. III. Hooftstuk. Van de Tover-Trommelen der Laplanders en andere Instrumenten daar toe dienende. IV. Hooftstuk. Geen Vrouwen nog huwbare Dogters mogen de Trommel aanraken. V. Hooftstuk. Op wat wijze zy dingen weten, die in verre gelegene Landen gebeuren. VI. Hooftstuk. Om op de Trommel te zien, wat order zy moeten houden in ʼt Jagen. VII. Hooftstuk. De Laplanders gebruiken nog andere Instrumenten tot de Toverijen. VIII. Hooftstuk. Stellen hare Tovery de een tegen d'andere in 't werk, en Verhaal daar van. Historie van Lapland, en desselfs Inwoonderen. IX. Hooftstuk. Van 't Klimaat en den aart van Lapland. X. Hooftstuk. Van de manieren der Lappen, haar natuur en Aart. Zijn kleine Menschen. Oorsaak. Leelijkheid der Mannen. De Vrouwen zijn moijer, enz: XI. Hooftstuk. d'Eerste Religie der Lappen. Heidendom. De God Jumala, Thor en Turrisas. Koning Torrus. Verscheide Goden. Eere die men Jumala aan doet; gelijkt na Thoron: Opper-God: is van Hout gemaakt; Offering van Goud. Goude Tas. Hoe de Tempel is. Wat het woord Hof is. XII. Hooftstuk. Van de Markten welke onder de Lappen gehouden werden, enz: XIII. Hooftstuk. Wat waren de Laplanders tegens hare goederen, die op prijs gestelt zijn, ruilen. XIV. Hooftstuk. Van het Voedsel, Spijs en Drank der Lappen, en hoe de Kinderen de Rheën zuigen. XV. Hooftstuk. Van de Lappen haar Zaucen en Toe-spijzen. XVI. Hooftstuk. Van de Lappen haar Confituren, Hoeze de Moerbesien bewaren. Bereiden die met Vis, enz: XVII. Hooftstuk. De Lappen houden veel van Tabak. Snuiftabak. Ogtent en Avondmaal. Eetplaats. Hebben geen order in't zitten. Geen Tafel. Borden om op te eten. Houte vaten. Zijn Gulsigaarts. Twe plegtelijkheden na de Maal-tijd. XVIII. Hooftstuk. Van de Jagt der Laplanders. Superstitie op de Jagt. Bere Jagt met een Bijl. Eten weinig voor het uitgaan op de Jagt. XIX. Hooftstuk. Hoe de Lappen de Herminen vangen. De Jagt van Eekhorentjes. Vangst van Marteldieren. Vosse-vangst. Haze-vangst. Bever-vangst. Hoe men de Wolven vangt. Hoe men de Linxen en Jaerfs vangt. De vangst der Rheën. XX. Hooftstuk. Beere-jagt. Uitkiesing van een Trommel-slager. Gaan met order na het Bos. Zy nemen elk een stok. Gezangen van de Jagt. Slaan de Beeren dood. Rust der Rhee die de Beeren trekt. Bouwen een Hutte daarze de Beeren doden, enz: XXI. Hooftstuk. Uitdeling van Vlees aan de Vrienden. Begraven de beenen. Schieten na de Beeren-huid. Vogel-vangst. Superstitie in de selve Vogel-vangst, enz: XXII. Hooftstuk. Van 't vermaak en divertissementen der Lappen. Haar luyigheid. Houden veel van malkander te bezoeken. Verscheide Spelen; Springen om verst. Springen om hoogst. Boog-schieten. Priemie. Bal-slaan of Kolven. Worstelen. Kaartspelen. Taarling-spel. Kogels-spel. Beproven malkanders kragten. XXIII. Hooftstuk. Van het Trouwen der Lappen. Waar na de Vryer ziet; als hy Trouwen wil. Houwelijks goed. Versoeken van 't Houwelijk. De Vryer wert binnen geroepen. Gaat zijn Vryster begroeten Geeft haar geschenken. Hoe het ja woort gegeven werd, enz: XXIV. Hooftstuk. Van de Lappen haar Gezang. Minne-zang. Houden geen toon nog maat in 't Zingen. Geschenken. Regt der Vryers. Regt der Ouders. Bruiloft. Bruilofs-kleden. Hoeze Trouwen. Verborgentheden des Houwlijks by de Vuur-steen vergeleken. XXV. Hooftstuk. De Speel-noods werden geleid. Oorder in't gaan. Geleid des Bruids. Droefheid des Bruids. Ontfangen de zegen in de Kerk. Gaan na Huis toe, Order aan de Tafel. Hebben geen Muzijk Instrumenten. Weten van geen Danssen. Houwlijks goed, enz: XXVI. Hooftstuk. Van de geboorte der Kinderen. Verlangen zeer na Kinderen. Oud gebruik van 't byslapen. Oorsaak der Onvrugtbaarheid. Hoeze weten datze een Jongetjen of Meisjen zullen Baren. De Vrouw wert by de Maan vergeleken. Kraam-leggen, enz: XXVII. Hooftstuk. Op wat maniere de Laplandze Vrouwen hare Kinderen laten Dopen. Hoe het Kind ten Doop over gebragt wert. Namen dieze de Kinderen geven, enz. XXVIII. Hooftstuk. Opvoedinge der Kinderen. Zuigen. Wiegen. Hoe zy wiegen. Speel-goed voor de Kinderen. De Vaders leren de Zoons, en de Moeders de Dogters. De Vaders leren de Kinders met de Boog schieten. Zorg der Vaders. Vaardige Schieters, enz: XXIX. Hooftstuk. Van de Minen die in Lapland gevonden werden. Ontdekking van Silver-minen; Loot-aders; Loot-minen. Silver-minen. Marcasita. Werk-huis. De luiheid der Lappen is d'oorsaak dat de Minen niet ontdekt werden. Koper-minen, enz: Berigt aan de Boek-binder: Korte en Klare Beschrijving van Ysland en Groenland. Aan de Lezer. Op de Noordze Landen. Beschryving van Ysland. I. Hooftstuk. Wanneer Ysland eerst bekent geworden is. II. Hooftstuk. 't Gebruik van Godsdienst by d'Yslanders. III. Hooftstuk. Van 't leven en de gewoonten der Yslanders. IV. Hooftstuk. Van de wonderlijke Poelen en Rivieren in Ysland. V. Hooftstuk. Van de wonderlijke Bergen in Ysland. VI. Hooftstuk. Van de Rijkdom der Yslanders. VII. Hooftstuk. Het gebruik van 't Regt by d'Yslanders. De Beschryving van Groenland.