Geuzenliedboek 1940-1945(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 232] [p. 232] De Duitsche cultuur en prof. Schneider. Kunstschatten verscheuren Ze werpen in 't vuur, De kerken besmeuren, Dat 's Duitsche cultuur. De Jood leeren haten, Is 't vriend ook of buur, Dat goed dan te praten, Dat 's Duitsche cultuur. Sadisme en leugen, Corrupt het bestuur, Geen leiders die deugen, Dat 's Duitsche cultuur. Slechts dat mogen lezen, Dat gespaard werd door 't vuur, De waarheid steeds vreezen, Dat 's Duitsche cultuur. De graanoogsten stelen, Bij iederen buur, Mooi weer daarvan spelen, Dat 's Duitsche cultuur. De Britten doen raken Slechts een geit of een schuur, Zelf Londen doen kraken, Dat 's Duitsche cultuur. Ons land 's nachts besmijten, Met bommen en vuur, Dat de Britten verwijten, Is Duitsche cultuur. Verraders belasten Met Neêrlands bestuur. Hoe slecht ze ook passen, Dat 's Duitsche cultuur. Zelf totaal niets presteeren, Zelf heel geen cultuur, Maar anderen dicteeren, Dat 's Duitsche cultuur. [pagina 233] [p. 233] Kanonnen voor eten, Wie moppert den muur, Zijn buurman leegvreten, Dat 's Duitsche cultuur. Zeg, Schneider, verrader, Jij, Jantje secuur, Verklaar ons toch nader Die Duitsche cultuur. Jij mis'lijke kwijler Moet nimmer aan 't stuur. Jij deugt niet voor pijler, Van Hollands cultuur. Vermolmd en versleten, On-Hollandsch en guur, Wie wil van jou weten Én van jóuw cultuur! Zeg, Hollandsche knapen, Gestaald door het vuur, Zeg volg je die apen Met hun volksche cultuur? De Hunnen verdwijnen, Reeds nadert het uur, Dat weer zal verschijnen, Onz' eigen cultuur. Vorige Volgende