Geuzenliedboek 1940-1945(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Waarvoor wij strijden. Wij strijden voor het heilig leven, Voor licht en lucht en boomgeruisch, Voor al wat is van God gegeven, Voor onze kind'ren en ons huis. Wij strijden voor het arg'loos bloeien Van rozen in den ochtendschijn, Voor tranen, die in stilte vloeien, Voor onze vreugd en onze pijn. Wij strijden voor de goede aarde, Die wezen ons en aanschijn gaf, Die 't merk van onze stof bewaarde; Wij strijden voor een eerlijk graf. Wij strijden voor beminde oogen, Voor 't Godsgeschenk van brood en wijn, Voor 't zachte warme mededoogen En voor het recht om arm te zijn. Wij strijden voor den zin der woorden, Voor vrijheid in geluk en nood; Voor 't edelst, dat den mensch behoorde, Of hij een christen is of jood. [pagina 179] [p. 179] Wij strijden voor ons diepst verlangen, Voor onze rijkste eenzaamheid, Voor zegen in de jeugd ontvangen En later tot een droom gewijd. Wij strijden voor het eeuwenoude, Dat immer zich verjongen moet, Voor het doorleefde en aanschouwde, Voor ons gemeenzaam dierbaar goed: Voor onze akkers, onze stranden, Voor wat geduld verwierf, ontgint; Voor al wat in de lage landen De harten en de geesten bindt. Zoo voeren wij zwijgzamen, velen, Den ongelijken langen strijd, En willen smaad en honger deelen En zijn ten doode toe bereid. Vorige Volgende