Geuzenliedboek 1940-1945(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Voorjaar 1943. Dit volk doet niet mee aan het voorjaarsfeest, Dit volk kan niet meer zingen. Het sjokt door straten, en siddert en vreest Vol doffe gedachten aan wat is geweest, Er waren er te veel, die gingen. Zoovelen, die gingen en keerden niet weer. Hun namen stonden soms op de plakkaten. ‘Het vonnis inmiddels voltrokken!’ O Heer, Geef geen genezing voor al dit zeer In de harten van hen, die nòg niet zijn verlaten. Wie hebben geleden, berusten niet, Doch de anderen neigen tot valsch vergeten. ‘Ga voorbij, als er ergens onrecht geschiedt! Zwijg stil, treed terzij, als zag je het niet!’ En toch bleef het onrecht gekend en geweten. Daarom zegt dit volk de getijden der haat En van vergelding leest het de wetten, Terwijl het met blinde oogen gaat Langs wat zoo uitbundig te bloeien staat. Het laat zich met looze vreugd niet besmetten. Dit volk is verdord in bitterheid En toch staat het koren der hoop nog te velde, Half vertrapt in den strijd, Half verschroeid door de nijd, Maar er is nog een oogst voor de helden. Vorige Volgende