Geuzenliedboek 1940-1945

Luctor et emergo.

De leeuw rijst boven 't water,
Een wapen en een woord
Van voorheen en voor later
En voor het kleinste oord.

De Noordzee deed zijn golven
Als legioenen gaan.
Hij heeft het land bedolven,
Het haast te niet gedaan.

Het zinkende vertrouwen
Van het beangste kind,
Het noodschoreien der vrouwen
Verdwenen in den wind.

[p. 146]

 

De mannen zijn verdronken,

 

Gestikt in slijk en puin,

 

De boomen werden stronken,

 

Een graf was elke tuin.

 

 

 

Maar 't water is geweken,

 

Het land herrees - gelijk

 

Een schip van verre streken

 

En buiten het bereik

 

 

 

Van stormen en van noodweer

 

Den ouden koers hervat,

 

Gezegend zij zijn terugkeer

 

In de oude havenstad.

 

 

 

De leeuw rijst boven 't water,

 

Waaruit hij zwom en klom.

 

Blazoen voor nu en later:

 

‘Ik worstel en ontkom’.