Geuzenliedboek 1940-1945(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 114] [p. 114] Na vijf en twintig dagen. Het doel van mijn verlangen is In deze strafgevangenis, Dat streepje lucht daarboven. Soms mistig, grijs bewolkt en grauw En somtijds stralend, zonnig blauw, Waarlangs de wolken schoven. Wat heb ik vaak omhoog gestaard En 'k heb het uitzicht trouw bewaard Als het duister zich verdichtte; Een stukje pannendak, ommuurd, Waarop ik uren heb getuurd, Na 't dooven van de lichten. De discipline van den dag, De barschheid van 't gesteld gezag, De kale steen der muren, En 't kort bevel op hoogen toon: 't Is mij reeds alles doodgewoon En niet meer avonturen! Hoe kan het zijn, dat 's menschen aard Den gang van zoo'n bestaan aanvaardt, Zoodat 't hem niet kan raken En niet verbittert van verdriet? 't Zijn de omstandigheden niet, Maar wat ze van ons maken! Het doel van mijn verlangen is In deze strafgevangenis, Dat streepje lucht daarboven. Want de vertroosting van mijn lot Ligt in het leven van mijn God Waardoor ik blijf gelooven! Vorige Volgende